De rechtbank Zeeland-West-Brabant veroordeelde de 36-jarige en de 29-jarige eerder voor het medeplegen van doodslag en een poging tot doodslag tot 16 jaar gevangenisstraf. De rechtbank oordeelde dat voorbedachte raad niet bewezen kon worden. De 34-jarige Engelsman werd door de rechtbank vrijgesproken van beide feiten.
Het hof komt tot een ander oordeel. De groep is met een busje naar de Rijnauwenstraat gegaan, met tenminste acht wapens. In deze bus, die later is aangetroffen door de politie, werden onder meer gevonden: bivakmutsen, gehoorbeschermingsdoppen, pepperspray, twee jerrycans met benzine en schietvesten. Verder werd er gebruik gemaakt van vier mobiele telefoons die op de dag zelf voor het eerst in de lucht kwamen en na afloop werden uitgeschakeld. Op korte afstand van de Rijnauwenstraat stond een vluchtauto gereed. Het hof leidt hieruit af dat de daders zich zodanig hadden voorbereid op hun actie dat sprake was van een vooropgezet plan. Het hof oordeelt dat het schieten op een woonwagen waarin de verlichting aan is en de rolluiken geopend, met wapens van zwaar kaliber en met het aantal schoten dat is afgevuurd op een woonwagen, niet anders kan worden aangemerkt dan als een handeling die gericht is op de dood van personen die zich in de woonwagen bevinden.
Op grond van aangetroffen DNA-sporen, telecommunicatiegegevens en de verklaring van de 29-jarige Brit dat hij betrokken was, oordeelt het hof dat alle drie de verdachten aanwezig waren bij het incident. Zij zijn alle drie schuldig aan het handelen van de hele groep, ongeacht of zij al dan niet zelf geschoten hebben.