De rechtbank vond eerder ook dat de Nederlandse rechter zich in beginsel niet mag buigen over deze kwestie, maar oordeelde vervolgens dat dit in dit geval moet wijken voor artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Daarin staat dat iedereen recht heeft op een eerlijk proces voor een onafhankelijke rechter. Daarvan is geen sprake als de immuniteit zou worden toegekend, aldus de rechtbank.
Het gerechtshof komt tot een ander oordeel en verklaart de Nederlandse rechter onbevoegd. Met de rechtbank neemt het hof aan dat aan SHAPE en JFCB immuniteit toekomt maar het hof vindt die immuniteit – anders dan de rechtbank - absoluut. Het hof komt tot dit oordeel op grond van uitspraken van de Hoge Raad, het Europees Hof voor de rechten van de Mens (EHRM) en het International Gerechtshof Den Haag over immuniteit van internationale organisaties.
Het inhoudelijk geschil tussen de partijen kan dus nu niet door een rechter worden beslecht. Het hof zegt daarover dat beoordeling van het geschil wel mogelijk is in een andere vorm die past binnen de gemaakte afspraken tussen Supreme Fuels en de NAVO-onderdelen. Volgens het Nederlands recht mogen de partijen zelf een commissie instellen die een beslissing neemt bij dit soort zakelijke conflicten. Die beslissing kan dan wel - zij het beperkt – daarna getoetst worden door een onafhankelijke rechter.