Laden...

Nederlandse rechter onbevoegd in geschil tussen brandstofleverancier en NAVO-onderdelen

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksGerechtshof s-Hertogenbosch > Nieuws > Nederlandse rechter onbevoegd in geschil tussen brandstofleverancier en NAVO-onderdelen
's-Hertogenbosch, 10 december 2019

Het gerechtshof in ’s-Hertogenbosch heeft vandaag geoordeeld dat de Nederlandse rechter niet bevoegd is om te oordelen over het geschil tussen brandstofleverancier Supreme Fuels en 2 onderdelen van de NAVO. De rechtbank Limburg vond eerder dat de rechter juist wél deze bevoegdheid had.

Militaire operatie

Brandstofleverancier Supreme Fuels is gevestigd in het buitenland. Het bedrijf leverde aan het begin van deze eeuw brandstof aan de Supreme Headquarters Allied Powers Europe Mons, België (SHAPE) en de Allied Joint Force Command Headquarters Brunssum (JFCB) voor een militaire operatie in Afghanistan. Beide organisaties zijn onderdeel van de NAVO en fungeerden als hoofdkwartier van de militaire missie. De NAVO-onderdelen hebben met Supreme Fuels afgesproken dat hun overeenkomsten onder het Nederlands recht vallen.

Afrekening brandstof

Tussen Supreme Fuels en de NAVO-onderdelen is discussie ontstaan over de afrekening van de geleverde brandstof. Supreme Fuels is van mening nog veel geld tegoed te hebben. SHAPE en JFCB zijn echter van mening dat ze te veel hebben betaald en dat juist zij nog veel geld van Supreme Fuels moeten terugkrijgen.

Volgens Supreme Fuels is de Nederlandse rechter bevoegd omdat JFCB in Nederland gevestigd is. SHAPE en JFCB stellen echter dat de Nederlandse rechter zich niet mag buigen over de claims van Supreme, omdat SHAPE en JFCB zogenaamde immuniteit van jurisdictie toekomt. Dit houdt in dat geen nationale rechter zich mag buigen over geschillen waar SHAPE en JFCB als internationale organisaties bij betrokken zijn.
Supreme Fuels heeft betwist dat er immuniteit speelt.

Oordeel van het hof

De rechtbank vond eerder ook dat de Nederlandse rechter zich in beginsel niet mag buigen over deze kwestie, maar oordeelde vervolgens dat dit in dit geval moet wijken voor artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Daarin staat dat iedereen recht heeft op een eerlijk proces voor een onafhankelijke rechter. Daarvan is geen sprake als de immuniteit zou worden toegekend, aldus de rechtbank.

Het gerechtshof komt tot een ander oordeel en verklaart de Nederlandse rechter onbevoegd. Met de rechtbank neemt het hof aan dat aan SHAPE en JFCB immuniteit toekomt maar het hof vindt die immuniteit – anders dan de rechtbank - absoluut. Het hof komt tot dit oordeel op grond van uitspraken van de Hoge Raad, het Europees Hof voor de rechten van de Mens (EHRM) en het International Gerechtshof Den Haag over immuniteit van internationale organisaties.

Het inhoudelijk geschil tussen de partijen kan dus nu niet door een rechter worden beslecht. Het hof zegt daarover dat beoordeling van het geschil wel mogelijk is in een andere vorm die past binnen de gemaakte afspraken tussen Supreme Fuels en de NAVO-onderdelen. Volgens het Nederlands recht mogen de partijen zelf een commissie instellen die een beslissing neemt bij dit soort zakelijke conflicten. Die beslissing kan dan wel - zij het beperkt – daarna getoetst worden door een onafhankelijke rechter.

Uitspraak