De artsenopleiding is de laatste jaren aanzienlijk veranderd en artsen worden geacht kennis te hebben van de belangrijkste juridische aspecten van de gezondheidszorg. “Dit maakt de arts echter geen jurist”, aldus Rutger Jan van der Gaag (tot 1 maart 2016 voorzitter van KNMG en hoogleraar Klinische Kinder- en Jeugdpsychiatrie aan de Radboud Universiteit Nijmegen). Hij sprak over een lappendeken van wetten waardoor het erop lijkt dat zorgverleners moeten voldoen aan een haast sacrale norm. Het gevolg hiervan is een defensieve geneeskunde: artsen zijn terughoudend uit angst voor een juridische nasleep van hun handelen. Van der Graag pleitte voor een alternatief, namelijk een just cultuur onder medici waarin zij leren van gemaakte fouten.
Anne Ruth Mackor (hoogleraar professie-ethiek Rijksuniversiteit Groningen) sprak van een ‘geconditioneerde’ zelfregulering in de zorg. Vanuit rechtsfilosofisch perspectief liet zij zien welke functies regels vervullen en wat het effect hiervan is. Zo verklaarde zij hoe de juridisering van richtlijnen leidt tot de ondermijning van de diverse functies en tot defensieve geneeskunde.