In de ogen van het hof zou een ontruiming verstrekkende en onomkeerbare gevolgen
hebben: de broodwinning van de uitbaters en het personeel zou op het spel komen
te staan. Hiertegen afgezet weegt het (financiële) belang van Brand
Bierbrouwerij – onderdeel van het Heineken-concern - (veel) minder zwaar, zegt
het hof. Doorslaggevend was het feit dat de betalingsachterstand inmiddels
nagenoeg is ingelopen. De stelling van Brand Bierbrouwerij dat ook in de
toekomst opnieuw huurachterstanden zouden kunnen ontstaan, vindt het hof
onvoldoende reden om nu al - vooruitlopend op een mogelijke bodemprocedure - een
ontruiming te gelasten.