De Dierenbescherming en de Faunabescherming kwamen bij de Afdeling bestuursrechtspraak in hoger beroep, nadat de rechtbanken van Den Haag en Noord-Holland eerder hun bezwaren tegen de ontheffingen ongegrond hadden verklaard. Volgens de organisaties is het doden van damherten niet nodig is en hebben de provincies de keuze voor het doden van de dieren onvoldoende onderbouwd.
De provincies Noord- en Zuid-Holland hebben de ontheffingen verleend, omdat daarmee volgens hen voorkomen wordt dat de damherten schade aan planten en andere dieren veroorzaken. Ook wordt zo het risico op verkeersongelukken verkleind en wordt de damhertenpopulatie daarmee onder controle gehouden, aldus de provincies.