In afwachting van een definitieve uitspraak ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding om de gaswinning helemaal stop te zetten of verder te beperken dan de 24 miljard kubieke meter per jaar die met het besluit van de minister jaarlijks mag worden gewonnen. Ten opzichte van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van 18 november 2015 zijn er geen nieuwe feiten of omstandigheden die maken dat de voorzieningenrechter van deze eerdere uitspraak moet afwijken en de gaswinning verder moet terugbrengen. De grote gevolgen van de gaswinning voor de inwoners van de provincie Groningen zijn in de uitspraak van november 2015 uitdrukkelijk meegenomen. Die hebben ertoe geleid dat de Afdeling bestuursrechtspraak de gaswinning toen heeft teruggebracht naar 27 miljard kubieke meter per jaar. In 2013 was dit nog 53,9 miljard kubieke meter per jaar. Verder zijn er na 18 november 2015 niet meer of sterkere aardbevingen geweest dan in de jaren daarvoor. Bovendien zou het (gedeeltelijk) staken van de gaswinning verstrekkende gevolgen hebben voor huishoudens, instellingen en bedrijven in Nederland en omliggende landen, aldus de voorzieningenrechter.