Bij sommige delen van het asielrelaas kan de bestuursrechter op basis van het besluit net zo goed als de staatssecretaris beoordelen of de vreemdeling geloofwaardig is. In die gevallen toetst de Afdeling bestuursrechtspraak indringend.
Als de vreemdeling echter geen bewijs levert, maar alleen zelf vertelt over wat hem is overkomen, heeft de staatssecretaris 'beslissingsruimte' om in te schatten of de vreemdeling moet worden geloofd of niet. In zulke gevallen mag de bestuursrechter niet zijn eigen inschatting in de plaats stellen van de inschatting van de geloofwaardigheid door de staatssecretaris.