In het Wetboek van Strafvordering staan alle regels voor het strafproces.
Omschreven wordt waar politie, Openbaar Ministerie, Rechtspraak, Hoge Raad en
advocaten zich aan moeten houden, vanaf de opsporing tot en met de uitvoering
van de straf. Het huidige Wetboek van Strafvordering bestaat sinds 1926 en is
sindsdien herhaaldelijk gewijzigd en aangevuld. Hierdoor is er een
spreekwoordelijke lappendeken ontstaan, met weinig samenhang. Bovendien is het
lastig zoeken naar relevante artikelen.
Er is consensus over de noodzaak van modernisering van het wetboek. Eerder
liet Frits Bakker, voorzitter van de Raad voor de rechtspraak, al weten
het belangrijk te vinden dat het Wetboek van Strafvordering aangepast wordt aan
de eisen van de moderne tijd. Zo was er toen het huidige Wetboek werd opgesteld,
nog geen sprake van digitalisering. En van een opsporingsmiddel als
DNA-onderzoek had men nog nooit gehoord.