Er is weer zicht op uitzetting van vreemdelingen binnen een redelijke termijn
naar Marokko. Daarom mocht de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie een
Marokkaanse man in zogenoemde vreemdelingenbewaring stellen.
Dit blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad
van State van vandaag (8 juli 2015) op het hoger beroep van de staatssecretaris
van Veiligheid en Justitie tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag. Zicht
op uitzetting binnen een redelijke termijn is een voorwaarde voor de
staatssecretaris om een vreemdeling die geen verblijfsrecht heeft in Nederland
in bewaring te mogen stellen. Tegen de uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.