De Rechtspraak wordt per zaak betaald. Voor elk vonnis dat een rechter uitspreekt, betaalt de minister van Justitie en Veiligheid een bepaald bedrag. Dus hoe meer vonnissen rechters produceren, des te meer geld krijgt de Rechtspraak, en omgekeerd. Hoeveel geld voor een vonnis wordt toegekend, hangt af van het type zaak. Voor een uitspraak in een strafzaak krijgt de Rechtspraak een ander bedrag dan voor een vreemdelingenzaak. De Raad voor de rechtspraak onderhandelt elke 3 jaar met het ministerie over hoeveel zaken er te verwachten zijn. Daar maken Raad en minister een afspraak over. Op basis daarvan wordt een budget toegekend. De Raad verdeelt dit geld vervolgens over de gerechten.