De hoorzitting viel uiteen in 2 delen: een blok ‘wetenschap’ en een blok ‘organisatie en praktijk’. Alle sprekers wezen op de grote spanning die er is tussen snelheid en zorgvuldigheid.
Wetenschappers van de universiteiten van Leiden, Maastricht en Utrecht waren eensluidend in hun kritiek dat ze een systematische, consistente en coherente aanpak missen. Debet hieraan is in hun ogen dat er in deelprojecten aan het nieuwe Wetboek van Strafvordering wordt gewerkt. Uiteindelijk moet dit leiden tot het nieuwe wetboek. ‘Maar je kunt geen algemeen Wetboek maken als je niet vooraf fundamentele keuzes maakt en die op elkaar laat aansluiten’, aldus professor Cleiren van de Universiteit van Leiden. Dan gaat het om vragen als wat gebeurt er wanneer in het strafproces? Wie doet wat gedurende het vooronderzoek, wat zijn de rollen op welk moment van politie, van rechter-commissaris, de officier van justitie, de advocaat en de zittingsrechter? Welke taken zijn precies belegd bij wie en hoe sluiten die op elkaar aan? De wetenschappers stelden alle 3 dat wat hen betreft een pas op de plaats zou moeten worden gemaakt. Ze vinden dat eerst gekeken moet worden wat de impact van keuzes zijn, in praktisch opzicht maar bijvoorbeeld ook in financiële zin.