Van Nispen van de SP, initiator van het amendement, benadrukte dat er bijzonder zorgvuldig te werk is gegaan. Er is bij de vormgeving ervan ambtelijke ondersteuning geweest, er zijn wetenschappers en deskundigen geconsulteerd. Hij zei dat de Rechtspraak een bijzondere positie heeft en dat die in de financiering tot uitdrukking moet komen. Hij noemde de Raad van State, de Nationale ombudsman, de Kiesraad en de Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten als voorbeelden van instanties die ook een aparte, niet-departementale begroting hebben. Van Nispen zegde wel toe een wijziging in het amendement aan te zullen brengen die nog beter duidelijk maakt dat er aan de huidige bekostigingssystematiek niets wijzigt en dat het enige doel is rechtspraak op objectieve wijze te bekostigen. Van Nispen: ‘Het enige verschil met nu is dat de Rechtspraak door dit amendement niet meer als een uitvoeringsorganisatie van V en J kan worden gezien.’