Laden...

‘Grondwettelijke toetsing wetten nog onvoldoende op netvlies Kamerleden’

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRaad voor de rechtspraak > Nieuws > ‘Grondwettelijke toetsing wetten nog onvoldoende op netvlies Kamerleden’
Den Haag, 03 juni 2016

De Tweede Kamer is gebaat bij een Kamercommissie die wetsvoorstellen toetst op hun grondwettelijkheid. Tot die conclusie kwamen de deelnemers aan het symposium over constitutionele toetsing, dat de Tweede Kamer gisteren (donderdag 2 juni) organiseerde op het Binnenhof. Doel van de bijeenkomst was te bezien hoe het parlement zijn rol en taak bij de constitutionele toetsing van wetsvoorstellen zou kunnen versterken. In Nederland behoort het toetsingsrecht toe aan de wetgever en niet aan de rechter. Die mag, in tegenstelling tot de rechter in vrijwel alle buitenlandse rechtsstaten, niet treden ‘in de beoordeling van de grondwettigheid van wetten en verdragen’ (artikel 120 van de Grondwet). De Rechtspraak pleit al geruime tijd voor opheffing van dit verbod (Zie ook: 'Laat rechter wetten toetsen aan Grondwet').

Het Binnenhof [foto: ministerie van Financiën]

Een Kamercommissie voor constitutionele zaken zou er volgens staatsrecht- en Grondwetwoordvoerder van de VVD in de Tweede Kamer Joost Taverne voor kunnen zorgen dat ‘inzichtelijk en zichtbaar wordt dat wetten in Nederland door de wetgever op hun grondwettelijkheid worden getoetst.’ Volgens Taverne staat ‘grondwettelijke toetsing van wetten nu nog onvoldoende op het netvlies van Kamerleden.’

Over het voetlicht

Ook SGP-fractievoorzitter in de Tweede Kamer Kees van der Staaij toonde zich tijdens het symposium groot voorstander van de oprichting van een Kamercommissie voor constitutionele zaken, al was het maar om Kamerleden bewust te maken van de waarde van de Grondwet. ‘In de tijd dat we de Grondwet uitdelen aan asielzoekers in het Arabisch, zouden we eraan kunnen denken om die Grondwet in de Tweede Kamer wat meer over het voetlicht te brengen.’ Volgens Van der Staaij is de toetsing van wetsvoorstellen door de Kamer aan de Grondwet nu ‘te willekeurig en te politiek’.

Duidelijker

Ook VVD-Kamerlid Taverne meent dat toetsing van wetten aan grondrechten door de Kamer ‘nu soms onvoldoende, maar vooral vaak te onzichtbaar is, waardoor het misverstand bij de rechterlijke macht lijkt te bestaan dat in Nederland wetten niet worden getoetst aan de Grondwet en de internationale mensenrechtenverdragen.’ De indruk dat de Tweede Kamer de grondwetten niet serieus neemt, kan volgens Taverne problematisch worden ‘als verschillende staatsmachten uit balans dreigen te raken.’ Joost Taverne: ‘Het is goed voor het evenwicht als de wetgever, die belast is met het toetsen van wetten aan de Grondwet, dat duidelijker, inzichtelijker en transparanter doet. Zo’n duidelijk oordeel kan rechters helpen om hun taak nog beter invulling te geven.’

Systematisch

Deelnemers aan de paneldiscussie, die volgde op 4 inleidingen door wetenschappers over constitutionele toetsing, waren van mening dat een commissie voor constitutionele zaken niet als een ‘noodrem’ moet fungeren, maar grondwettelijk besef in de Tweede Kamer dient te ‘socialiseren’, aldus de Leidse hoogleraar staats- en bestuursrecht Wim Voermans. De constitutionele toetsing moet wel procedureel worden geregeld. ‘Want zonder procedure gebeurt het niet systematisch’, aldus VVD-Kamerlid Taverne. De commissie constitutionele zaken zou volgens hem op verzoek van een andere Kamercommissie als volgcommissie onderzoek kunnen doen naar de grondwettelijke aspecten van een wetsvoorstel. De Tweede Kamer zou reeds in de nieuwe parlementsperiode kunnen experimenteren met de commissie voor constitutionele zaken, meent Taverne.

Los van partijpolitiek

De nieuwe commissie hoeft zeker niet ‘gepolitiseerd’ te zijn, aldus SGP-fractievoorzitter Van der Staaij. ‘De Kamer heeft goede ervaringen met enquêtecommissies en andere onderzoekscommissies waar gevoelige onderwerpen op tafel liggen. Als je met elkaar in die rol wordt gezet, dan word je uitgedaagd om los van de partijpolitiek te komen.’ De Kamercommissie voor constitutionele zaken zou volgens hem externe staatsrechtdeskundigen kunnen raadplegen, maar de Kamerleden moeten zich wel bewust blijven van hun verantwoordelijkheid. ‘Het moet niet zo worden dat de deskundigen het wel zullen vertellen, en dat de Tweede Kamer zich daarachter verschuilt. Laten we daarom beginnen met een bescheiden experiment, en niet door voor finale rechter te spelen, maar door een toetsingskader te ontwikkelen en wat geboden is, ook in de voorfase, te bespreken.’

Expertise

VVD-Kamerlid Joost Taverne sloot zich daarbij aan. ‘Het uitgangspunt zou moeten zijn dat deze commissie wordt bemenst door Kamerleden, zoals het geval is bij alle andere commissies, maar je kunt ook denken aan goede ambtelijke ondersteuning, wetenschappers en expertise uit de rechterlijke macht.’

Deelnemers aan het symposium noemden frequent de Raad van State als externe adviseur. Gespreksleider van het symposium universiteitshoogleraar in Utrecht en voorzitter van de Kiesraad Henk Kummeling, sloot af door 2 juni 2016 te bestempelen als de dag waarop ‘iets belangrijks is gebeurd.’

Uitspraken