Volgens Dettmeijer waarschuwen veel ouders hun kinderen voor kinderlokkers (de ‘enge man in de bosjes’), maar wordt slechts een klein deel (7 procent) van de slachtoffers misbruikt door een onbekende. Ook zijn ouders vaak alert op een persoon die vanuit zijn beroep met kinderen werkt, zoals een leraar of sportcoach. Misbruik door dit type dader komt voor, maar is met 10 procent een minderheid. Het overgrote deel van de daders komen uit de familie-, vrienden- of kennissenkring van het slachtoffer.