Tot slot spreekt de Raad voor de rechtspraak in dit advies ook zijn zorgen uit over de zogenaamde 'no cure, no pay' bedrijven die steeds vaker een plaats innemen in de rechtspraak. Onder meer bij rechtszaken over de belasting van personenauto's en motorrijwielen (BPM) en de waardering onroerende zaken (WOZ).
De werkwijze van deze bedrijven is dat zij alleen (door)procederen met het oog op vergoedingen zoals de proceskostenvergoeding (waar het griffierecht onderdeel van is), vergoeding voor immateriële schade en van dwangsommen. Het Wetsvoorstel beoogt dit niet direct, maar kan in de praktijk leiden tot een minder lucratief verdienmodel voor deze bedrijven. Een risico kan wel zijn dat het verlagen van het griffierecht een aanzuigende werking heeft, waardoor deze bedrijven juist meer gaan procederen.
Lees hier het volledige wetgevingsadvies over de Wet verlaging griffierechten.