De vraag is volgens de raadslieden of het VK na afloop van de overgangsperiode zijn verplichtingen zal nakomen. De opstelling van het VK in de onderhandelingen met de EU en de twijfel in de Britse politiek over het lidmaatschap van het Verdrag tot bescherming van de Rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM), schaden het vertrouwen. De grondrechtenbescherming en de terugkeer van de opgeëiste personen om in Nederland hun eventuele gevangenisstraf uit te zitten, zouden op losse schroeven staan. Omdat de opgeëiste personen pas in de loop van 2021 terecht zullen staan, ligt het volgens de raadslieden voor de hand om de overlevering te weigeren en een uitleveringsverzoek af te wachten.