De kantonrechter oordeelt dat Van der Kooye het (in zijn arbeidscontract zeer vaag geformuleerde) geheimhoudingsbeding niet heeft geschonden. Hij stond als kandidaat op de lijst voor de verkiezingen van de Tweede Kamer – en kritische opmerkingen en oordelen over Denk zijn in dat verband dan ook niet zonder meer als een overtreding van dit geheimhoudingsbeding te beschouwen. Het staat hem immers vrij, ook als ex-werknemer, zich kritisch uit te laten over de politiek van Denk, zeker tegen de achtergrond van zijn eigen gewenste politieke carrière bij Artikel 1 en de in de Grondwet verankerde vrijheid van meningsuiting.