Laden...

Het oordeel van de rechter

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Amsterdam > Nieuws > Het oordeel van de rechter
Amsterdam, 27 januari 2020

De rechtbank Amsterdam doet ongeveer 140.000 uitspraken per jaar. Iedere week selecteren we 8 van de belangrijkste en meest opvallende zaken per rechtsgebied.

Straf - Gevangenisstraf voor mishandeling, bedreigingen en diefstal

22 januari - Een 30-jarige man krijgt een gevangenisstraf van 8 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, voor het mishandelen van een vrouw en het bedreigen van meerdere mensen. Hij is ook schuldig aan vernieling en diefstal van telefoons. In mei 2019 bedreigde hij zijn dochter, zijn ex-vrouw en haar moeder onder meer met een mes. Op 30 juni 2019 mishandelde en bedreigde hij in Amsterdam een vrouw en stal haar telefoon. In oktober 2019 vernielde hij de telefoon van zijn ex-vrouw. In de straf weegt mee dat de man eerder is veroordeeld voor geweldsdelicten. Wel is hij verminderd toerekeningsvatbaar omdat hij een lichte verstandelijke beperking heeft. Als bijzondere voorwaarden legt de rechtbank onder meer ambulante behandeling door een instelling voor forensische geestelijke gezondheidszorg op. Ook moet hij ruim 550 euro schadevergoeding betalen.

Lees hier de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2020:304

Straf - 24 maanden jeugddetentie voor steekpartij in Zuidoost

22 januari - Een 23-jarige man krijgt 24 maanden jeugddetentie, omdat hij op 22 april 2019 een man in Amsterdam-Zuidoost probeerde te doden door hem met een mes in zijn buik te steken. Het slachtoffer liep daarbij ernstige verwoningen op. Ook moet hij 12.500 euro schadevergoeding aan het slachtoffer betalen. De rechtbank past bij de strafoplegging adolescentenstrafrecht toe onder meer omdat de 23-jarige man volgens de reclassering nog ontvankelijk is voor beïnvloeding door volwassenen. Bovendien heeft hij geen uitgebreide justitiële voorgeschiedenis en was hij 22 jaar oud tijdens de steekpartij. In de hoogte van de straf weegt de rechtbank mee dat slechts door adequaat ingrijpen van omstanders en ambulancepersoneel de steekpartij het slachtoffer niet fataal is geworden.

Lees hier de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2020:319

Bestuur - SPAR city in centrum moet binnen één week dicht

17 januari - De gemeente Amsterdam had handhavend moeten optreden tegen een vestiging van SPAR city in het centrum van de stad. De rechtbank oordeelt voor de tweede keer dat op deze plek geen SPAR city gevestigd mag zijn. De eerdere uitspraak stond in Het oordeel van de rechter van 14 oktober 2019. Volgens het bestemmingplan is op deze plek namelijk geen minisupermarkt toegestaan. Gelet op onder meer de
ruimtelijke uitstraling van de winkel vindt de rechtbank dat SPAR city een minisupermarkt is. Omdat de gemeente al eerder onterecht geen actie heeft ondernomen en zegt dat ook niet te gaan doen, heeft de rechtbank bepaald dat de SPAR city binnen één week moet sluiten.

Lees hier de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2020:198

Bestuur - Conclusie korpschef na fout beveiliger strekt te ver

21 januari - De korpschef van de politie had de toestemming van een Amsterdamse beveiliger om beveiligingswerkzaamheden uit te voeren, niet mogen intrekken. Zo oordeelt de rechtbank. De korpschef had de toestemming ingetrokken nadat de beveiliger, onder meer werkzaam als steward bij Ajax, was aangehouden met een busje pepperspray op zak. De beveiliger legde uit dat hij dit busje had gevonden tijdens een fouilleeractie op sportpark De Toekomst. Door alle commotie was hij vergeten de pepperspray in te leveren. De rechtbank vindt het mede vanwege deze uitleg niet redelijk om aan zijn betrouwbaarheid en integriteit te twijfelen. Van belang daarbij is dat het OM niet tot vervolging is overgaan omdat het een ‘gering feit’ betrof. Ook speelt mee dat de beveiliger al 17 jaar een smetteloos arbeidsverleden heeft en dat zijn de opdrachtgevers meer dan tevreden over hem zijn.

Lees hier de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2020:356

Kanton - Claimbedrijf vangt bot

20 januari - Vivat Schadeverzekeringen hoeft claimbedrijf Schadecoach niets te betalen, omdat Vivat het gevorderde bedrag van 450 euro terecht had overgemaakt naar de verzekerde zelf. Uit niets bleek dat het bedrag viel onder de verzekeringsuitkering die de verzekerde had overgedragen aan Schadecoach. De overgedragen uitkering betaalde Vivat al eerder aan Schadecoach. Het is niet gebleken dat alle Vivat-uitkeringen aan Schadecoach waren overgedragen. Dat heeft de kantonrechter bepaald. Vivat keerde de 450 euro uit overeenkomstig een uitspraak van het klachteninstituut Kifid. De kantonrechter weegt mee dat eerdere uitkeringen aan Schadecoach ruimschoots voldoende waren voor de vergoeding waar Schadecoach volgens de Kifid-uitspraak aanspraak op kon maken. Dus ook als Vivat de 450 euro wel aan Schadecoach had betaald, had Schadecoach dat hele bedrag aan de verzekerde moeten doorbetalen. Daar bracht Schadecoach niets tegenin.

Lees hier de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2020:28

Kanton - Betalen voor vervoer vliegtuigmaaltijden na dubbele pech

23 januari - Langerhuize BV, een leverancier van diepvriesmaaltijden in vliegtuigen, moet het logistieke bedrijf Hogenhout BV nog ruim 3.800 euro aan transportkosten betalen. Dat heeft de kantonrechter bepaald. Hogenhout vervoerde in opdracht van Langerhuize diepvriesmaaltijden voor Martinair Food. Bij het uitladen liet de chauffeur van Hogenhout een lading van 500 kilo van de laadklep vallen. Hierdoor raakte de lading beschadigd en werd geweigerd door de klant. De vervangende lading van 500 kilo viel tijdens het transport eveneens op de grond. Langerhuize stelde de schade op ruim 7.000 euro en hield dit bedrag in op de factuur aan de transporteur. De rechter stelt het schadebedrag naar beneden bij. Wettelijk is de schade namelijk gelimiteerd tot 3,40 euro per kilo. Omdat Hogenhout aansprakelijk is voor de schade mag Langerhuize maximaal 3.400 euro verrekenen. De restwaarde van de gevallen lading woog niet op tegen de extra kosten voor Langerhuize. De 3.400 euro gaat af van de ruim 7.200 euro aan transportkosten die Langerhuize Hogenhout nog moest betalen zodat ruim 3.800 euro overblijft.

Lees hier de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2020:290

Civiel - Automobilist die te hard reed moet schade vergoeden

17 januari - Een automobilist die in de nacht van 12 op 13 januari 2019 op een kruising in Amsterdam met zijn Lexus op een Mercedes botste, moet de schade van de eigenaar van de Mercedes vergoeden. Zo oordeelt de rechtbank. Het is niet duidelijk wat er precies gebeurde, maar het is wel duidelijk dat de bestuurder van de Lexus te hard reed. De automobilist zei zelf dat hij 60 km per uur reed, terwijl je in de betreffende straat maximaal 50 mag rijden. Dat was te hard, zeker omdat het donker was én omdat hij een kruispunt naderde. Zelfs als de bestuurder van de Mercedes zelf ook een fout maakte door geen voorrang te verlenen, had de bestuurder van de Lexus bij een lagere snelheid meer tijd gehad om op de situatie in te spelen.

Lees hier de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2020:87

Civiel - ING wil geen zaken meer doen met handelaar in E-cigarettes

23 januari - De eis van een handelaar in E-cigarettes om ING te veroordelen om de bankrelatie voort te zetten, is afgewezen omdat het spoedeisend belang ontbreekt. Zo oordeelt de voorzieningenrechter. De handelaar werd in 2016 klant bij de ING. De bank zei eind 2019 de relatie op, met een termijn van zes maanden. Volgens de bank vallen de activiteiten van de handelaar onder de handel in ‘tabak’ en is dit in strijd met haar ‘Environmental and Social Risk Policy’. De handelaar stapte naar de rechter vanwege de korte opzegtermijn en omdat hij vond dat de bankrelatie moest worden voortgezet. Toen de ING voor de rechter moest komen, besloot de bank vóór de rechtszitting de klant de tijd te geven tot 1 januari 2023 om een andere bank te vinden. Volgens de rechter zijn er vraagtekens te zetten bij de opzegging. De handel in E-cigarettes is tenslotte legaal. Maar met de verlengde opzegtermijn heeft de klant geen spoedeisend belang meer. Beide partijen moeten van de rechter hun eigen proceskosten dragen.

Lees hier de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2020:357

Uitspraken