25 september - De Belastingdienst moet een vrouw uit Amsterdam 2000 euro schadevergoeding betalen, omdat de bezwaarprocedure tegen het stopzetten van kinderopvangtoeslag onredelijk lang heeft geduurd. Dat heeft de bestuursrechter geoordeeld. De vrouw betwistte de uiteindelijke besluitvorming van de Belastingdienst niet, maar stelde dat zij door de lange duur van de bezwaarperiode – waarin zij geen kinderopvangtoeslag ontving – (im)materiële schade had geleden. Verder meende zij dat de Belastingdienst niet alle relevante stukken had ingebracht, maar een deel moedwillig zou hebben achterhouden. De rechtbank oordeelt dat de schadevergoeding van 2000 euro op zijn plaats is, maar de overige gestelde (im)materiële schade wordt niet vergoed, omdat dit onvoldoende is onderbouwd. De Belastingdienst hoeft ook geen nadere stukken in te brengen, onder meer omdat niet duidelijk is op welke wijze dergelijke stukken de vrouw kunnen baten.
Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2018:6888