Laden...

Het oordeel van de rechter

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Amsterdam > Nieuws > Het oordeel van de rechter
Amsterdam, 15 juni 2020

De rechtbank Amsterdam doet ongeveer 140.000 uitspraken per jaar. Deze week hebben we 8 van de belangrijkste en meest opvallende zaken per rechtsgebied geselecteerd.

Straf - Celstraf voor diefstal motorfietsen

9 juni - Een 23-jarige man krijgt een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, onder meer omdat hij in de periode van oktober 2018 tot mei 2019 samen met anderen 4 motorfietsen heeft gestolen. Daarnaast moet hij de slachtoffers ruim 7.000 euro schadevergoeding betalen. De man bestuurde steeds de bestelbus waarin de gestolen motorfietsen vanuit onder andere Spijkenisse en Haarlem werden vervoerd. Ook heeft hij in december 2018 gevaar op de weg veroorzaakt toen hij aan de politie probeerde te ontkomen. Hij reed te hard, door rood en tegen het verkeer in. Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank meegewogen dat de motorfietsdiefstallen professioneel en georganiseerd zijn aangepakt. Mede vanwege zijn jonge leeftijd krijgt de man de kans om met hulp van de reclassering en de gestelde bijzondere voorwaarden (waaronder een enkelband) een andere wending aan zijn leven te geven.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2020:2853

Straf - Taakstraf en rijontzegging voor aanrijding op zebrapad

10 juni - Een 35-jarige man krijgt 120 uur taakstraf en een rijontzegging van 6 maanden opgelegd omdat hij op 17 januari 2019 op de Admiraal de Ruijterweg een destijds 9-jarig meisje aanreed op het zebrapad, welk ongeval aan zijn schuld is te wijten. Het geen voorrang verlenen is een ernstige verkeersfout en ook overige omstandigheden maken dat de automobilist aanmerkelijk onvoorzichtig heeft gereden. Het meisje brak een been en schouder. De man heeft nadien de plaats van het ongeval in Amsterdam-West verlaten. Hoewel hij erg van slag was door de aanrijding en werd bedreigd, rekent de rechtbank hem aan dat hij zich niet kort daarna alsnog heeft gemeld. Bij de strafoplegging weegt ten voordele mee dat de man zich heeft ingezet om met de familie van het slachtoffer te spreken en zijn excuses aan te bieden. 

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2020:2865

Bestuur - Dwangsom voor tandarts onterecht

8 juni - De gemeente Diemen heeft ten onrechte een last onder dwangsom van 10.000 euro opgelegd aan een tandarts met een praktijk in de woning waar zij ook ingeschreven staat. Volgens de gemeente blijkt uit onderzoek dat zij in haar andere woning in Amsterdam woont en dat zij de woning in Diemen slechts gebruikt als tandartspraktijk. Dat is in strijd met het bestemmingsplan. De gemeente baseert zich op verklaringen van een buurman, het energieverbruik van beide woningen en het feit dat bij huiscontroles in Diemen op vier dagen niemand open deed, terwijl de tandarts bij één huiscontrole in Amsterdam wel de deur opende. De rechtbank oordeelt echter dat op basis van de controles, tegenstrijdige verklaringen van de buurman en het feit dat het energieverbruik van beide woningen niet gespecificeerd is, niet de conclusie kan worden getrokken dat de tandarts niet op het adres in Diemen woont.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2020:2848

Bestuur - Verbouwing panden toegestaan

11 juni - De gemeente Amsterdam mocht een vergunning verlenen voor het uitvoeren van funderingsherstel en het intern verbouwen van één kantoor en vijftien woningen. Dat heeft de rechtbank geoordeeld. De bewoners van een van die woningen krijgen daarmee ongelijk. De twee panden waarop zij hun bezwaren richtten hebben geen monumentenstatus en krijgen daarom geen bijzondere bescherming. Voor het bouwplan is wel het uiterlijk van de woningen getoetst aan welstandeisen en heeft de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit positief geadviseerd. Het pijnpunt van de bewoners, de gestelde desastreuze gevolgen voor het interieur van die panden, is niet relevant. Een welstandsadvies ziet namelijk alleen toe op het uiterlijk van bouwwerken. Aangezien het bouwplan past binnen het bestemmingsplan, bestond er voor het meewegen van de bewonersbelangen geen ruimte, zo oordeelt de rechtbank.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2020:2889

Bestuur - Terecht geen vergunning voor twee pannenkoekenrestaurants

11 juni - De gemeente heeft exploitatievergunningen voor twee horecabedrijven in Amsterdam-Centrum mogen weigeren omdat de voorgenomen bedrijfsvoering niet in orde is. Dat heeft de rechtbank bepaald. De gemeente heeft in het verleden al eerder exploitatievergunningen van de exploitant voor drie horecabedrijven ingetrokken op grond van de Wet Bibob, die is gericht op het toetsen van de integriteit van vergunninghouders en -aanvragers. Bovendien was er sprake van een slechte bedrijfsvoering. Gelet op de overtredingen in het recente verleden bestaat bij de gemeente niet het vertrouwen dat de bedrijfsvoering bij de twee nu op te starten horecabedrijven wel in orde zal zijn. De rechtbank vindt dat de gemeente haar twijfels daarover voldoende gemotiveerd heeft onderbouwd. De gemeente heeft de exploitatievergunning dan ook mogen weigeren. 

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2020:2920

​Kanton - Horecaverhuurder en -huurder moeten gevolgen crisis delen

11 juni - De verhuurder en huurder van een restaurant in Amsterdam-Centrum moeten de nadelige gevolgen van de coronacrisis samen delen. De coronacrisis is namelijk een onvoorziene omstandigheid en het restaurant dat de huurder op de begane grond exploiteert, heeft een gebrek wanneer er sprake is van het wegvallen van omzet door de beperkende maatregelen. Daarvan is in dit geval sprake. Dat heeft de kantonrechter beslist. Redelijk richtsnoer is dat de tegenvaller gelijkelijk over de huurder en verhuurder wordt verdeeld. Daarbij moeten wel alle omstandigheden van de zaak worden betrokken, zoals de maatschappelijke positie en onderlinge verhoudingen van de huurder en verhuurder en de aard en ernst van de gevolgen voor beiden.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2020:2914

Civiel - Geen schadevergoeding na overname parkeerbedrijf

10 juni - De rechtbank heeft beslist in een geschil over de overname van een van de grootste aanbieders van parkeren in de omgeving van Schiphol. De koper moet het nog niet betaalde deel van de koopsom betalen, ook al is het bedrijf nog geen jaar na de overname failliet gegaan.De nieuwe eigenaar stelt te zijn misleid bij de koop en dat hij na de overname lijken in de kast aantrof. De rechtbank oordeelt dat er dingen mis waren bij het overgenomen bedrijf, zoals dat er belastingfraude werd gepleegd, maar ook dat de koper daarvan op de hoogte was. Die mocht zich er daarom niet over beklagen. De oude eigenaar eiste ook schadevergoeding omdat de nieuwe eigenaar het bedrijf kort voor het faillissement heeft overgeheveld naar een andere BV, zodat de oude eigenaar een aantal vorderingen op het bedrijf niet zou kunnen innen. Die eis is afgewezen; het bedrijf is wel overgeheveld naar een andere BV, maar de oude eigenaar is daar niet door benadeeld.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2020:2933

Civiel - Geen vergadering? Dan ook geen besluiten en geen commissaris

12 juni - De besluiten die genomen zouden zijn door de Algemene vergadering van Aandeelhouders (AvA) van een bedrijf dat een zorgresort in Suriname wilde opzetten, zijn geschorst. Volgens de voorzieningenrechter is het niet aannemelijk dat de eerste AvA echt is gehouden, omdat deze vergadering op dezelfde dag zou zijn geweest als de dag dat het bedrijf werd opgericht. De commissaris die tijdens deze vermeende vergadering werd benoemd, had volgens de rechter ook al benoemd kunnen worden in de oprichtingsakte. Dat maakt het niet aannemelijk dat er überhaupt een vergadering is geweest waarin de commissaris benoemd is. In een vervolgbesluit zou eiseres zijn ontslagen als bestuurder. Deze en de andere vervolgbesluiten worden ook geschorst, omdat die besluiten genomen zijn door de AvA’s die de commissaris bijeen heeft geroepen. In een bodemprocedure moet eerst over de rechtsgeldigheid van de besluiten worden beslist.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2020:2934

Uitspraken