14 mei - Een 47-jarige man is veroordeeld tot 200 uur taakstraf en een gevangenisstraf van 4 maanden voorwaardelijk omdat hij op 27 april 2021 in Amsterdam-West een man zwaar mishandelde. Hij sloeg hem met een puntig voorwerp tegen zijn gezicht. Hierdoor ontstond een grote snijwond. Het slachtoffer heeft daaraan een ontsierend litteken over gehouden waarmee hij voor de rest van zijn leven moet rondlopen. De 47-jarige man is vrijgesproken van poging tot doodslag Het is namelijk onbekend met welk voorwerp hij het slachtoffer sloeg. Daardoor kan niet worden vastgesteld of er een aanmerkelijke kans was dat het slachtoffer zou overlijden. In de strafmaat weegt in het voordeel van de man mee dat de zware mishandeling 4 jaar geleden was en dat hij sindsdien geen (gewelds)delicten heeft gepleegd. Ook weegt mee dat hij alleen voor zijn minderjarige zoontje moet zorgen. 

9 mei - De Politie Amsterdam moet alle documenten van het team openbare orde informatie (TOOI) die betrekking hebben op het verzoek om informatie van een man alsnog openbaren of gemotiveerd beslissen waarom die (deels) niet hoeven te worden geopenbaard. Dat kan zijn omdat die onder de reikwijdte van de Wet politiegegevens of onder de uitzonderingsbepalingen van de Wet open overheid vallen. Dit oordeelt de rechtbank in een zaak waarin een man in een Woo-verzoek vroeg om alle documenten die zien op de demonstratie en tegendemonstratie op het Museumplein op 16 januari 2022 openbaar te maken. Het geschil spitst zich vooral toe tot de vraag of er wel of geen documenten zijn die betrekking hebben op activiteiten van het TOOI. De rechtbank acht het niet aannemelijk dat er geen TOOI-documenten zijn over deze demonstratie. Indien de politie geen gebruikmaakt van de mogelijkheid het gebrek te herstellen, zal de rechtbank de TOOI-teamleider als getuige oproepen. Die wordt dan gehoord over het al dan niet
aanwezig zijn van TOOI-documenten die vallen onder de reikwijdte van het verzoek.

Lees de volledige uitspraak
ECLI:NL:RBAMS:2025:3119

8 mei - Een huurder die met zijn gezin in een woning in Amsterdam woonde, moet daar per 1 augustus 2025 vertrekken omdat aan de wettelijke eisen om de tussenhuurovereenkomst te beëindigen is voldaan. Dat heeft de kantonrechter bepaald. Zo maakte de verhuurder aannemelijk dat hij de woning zelf wil betrekken onder meer omdat hij niet meer in Amerika werkt en op leeftijd is en gezondheidzorg in Nederland betaalbaarder is dan in Amerika. Volgens de huurder is voordat de huurovereenkomst is gesloten over meer gesproken. De schriftelijke huurovereenkomst is echter wat partijen zijn overeengekomen. Het is de kantonrechter duidelijk dat de huurder er langer hoopte te wonen of de woning zelfs hoopte te kunnen kopen. Daarover is echter niets overeengekomen. Omdat de gesloten overeenkomst helder is, is het vonnis direct uitvoerbaar. De huurder en verhuurder wisten waar ze aan toe waren. 

ECLI:NL:RBAMS:2025:3004

14 mei - Een Nederlandse distributeur van nylon had niet mogen doorgaan met het importeren en verkopen van producten (nylon) uit China, terwijl zij wist – of bewust het risico nam – dat deze producten inbreuk maakten op een octrooi. De Chinese rechter oordeelde eerder al dat het productieproces van de fabrikant inbreuk maakte op dat octrooi van een Chinees biotechbedrijf. De productie wordt in China echter steeds voortgezet, doordat de veroordeelde bedrijven telkens van naam en entiteit veranderen. Nu is geoordeeld dat ook de Nederlandse afnemer onrechtmatig handelde door deze nylon te blijven importeren en verkopen. Het verweer dat het om een Chinees octrooi gaat dat in Nederland geen werking heeft, is verworpen. De distributeur is aansprakelijk voor de schade. De hoogte daarvan wordt vastgesteld in een aparte procedure. 

Lees de voledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2025:3091