5 oktober - Een actievere, burgergerichte houding had bij de behandeling van de bijstandsaanvraag van het college van B&W van de gemeente Amsterdam verwacht mogen worden. Dat heeft de rechtbank geoordeeld. Een man had bijzondere bijstand voor zelfstandigen aangevraagd en daarbij een ondernemingsplan overlegd. Het college wees zijn aanvraag af omdat hij een beginnend zelfstandige was met een niet levensvatbaar bedrijf. Echter, bijstand kan ook worden verleend als er sprake is van een niet levensvatbaar bedrijf en de gemeente de aanvrager verplicht het bedrijf stop te zetten. Het college had actief moeten onderzoeken of op die grond bijstand verleend kon worden. Zij wist, mede door eigen besluitvorming, af van de financiële situatie en het ontbreken van levensvatbaarheid van het bedrijf. De man had daarom niet aangemerkt mogen worden als beginnend zelfstandige.
Lees de volledige uitspraak: