12 juni - Een vastgoedbedrijf uit Amsterdam-Zuid moet aan een vastgoedbedrijf uit Sloterdijk 360.000 euro aan zogenoemde aanbrengprovisie betalen. Dat heeft de rechtbank geoordeeld. De twee bedrijven hadden afgesproken dat het bedrijf uit Zuid dit bedrag was verschuldigd als een terrein in Haarlem in de verkoopprocedure aan haar werd gegund. Toen dit inderdaad het geval bleek, weigerde het bedrijf uit Zuid om het afgesproken bedrag te betalen. Zij meende namelijk dat ze geen aanbrengprovisie, maar een projectvergoeding hadden afgesproken. De projectvergoeding, die zou bestaan uit een deel van de opbrengst van de ontwikkeling van het terrein door de bouw van woningen, was naar haar mening niet verschuldigd omdat de woningen wegens economische redenen nooit zijn gebouwd. De rechtbank volgde dit standpunt niet en oordeelde dat de beide bedrijven overeen zijn gekomen dat het bedrijf uit Zuid inderdaad een aanbrengprovisie van 360.000 euro moest betalen bij gunning van het terrein en niet pas na de realisatie van woningen op dat terrein.
Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2019:4244