Laden...

Het oordeel van de rechter

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Amsterdam > Nieuws > Het oordeel van de rechter
Amsterdam, 31 juli 2023

De rechtbank Amsterdam doet ongeveer 140.000 uitspraken per jaar. Iedere week selecteren we een aantal van de belangrijkste en meest opvallende uitspraken per rechtsgebied.

Straf - Schieten op Amsterdam-Centraal en in Almere bestraft

26 juli - Een 34-jarige man is veroordeeld tot 5 jaar gevangenisstraf en een maatregel tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking (GVM) onder meer omdat hij op 16 oktober 2022 een geladen pistool bezat en daarmee op station Amsterdam-Centraal op een man schoot. Hij raakte zijn romp en een voet van een toevallige omstander. Een week later schoot hij in Almere op een man die daardoor verlamd raakte. In zijn voordeel weegt mee dat de 34-jarige man zich (misplaatst) bedreigd voelde en in Amsterdam ook daadwerkelijk was aangevallen. Uit het psychologisch onderzoek blijkt dat hij onder meer licht verstandelijk beperkt is, waardoor de feiten hem verminderd kunnen worden toegerekend. De rechtbank neemt ook het advies over om een GVM op te leggen. Dat houdt in dat iemand na terugkeer in de maatschappij langer onder intensief toezicht staat en de resocialisatie aan voorwaarden is gebonden. Ook moet hij de slachtoffers ruim 23.000 euro schadevergoeding betalen. 

Lees de volledige uitspraak:


Straf - Celstraf na verduistering van beheerrekeningen

27 juli - Een 45-jarige man is veroordeeld tot 9 maanden gevangenisstraf waarvan 3 maanden voorwaardelijk omdat hij tussen juli 2015 en 2017 in Amsterdam in totaal ruim 204.000 euro verduisterde als schuldhulpverlener bij een stichting waarvan hij tevens bestuurder was. Ook moet hij ruim 9000 euro schadevergoeding betalen. Het geld was van meer dan 80 cliënten. Zij vertrouwden hun geld aan hem toe omdat de stichting zou helpen bij budgetbeheer en het treffen van afbetalingsregelingen van schulden. Hij gebruikte dat geld echter deels om kosten van de stichting te betalen. De stichting ging failliet en de cliënten raakten hun geld kwijt dat daar nog op de rekening stond. De man heeft niet laten blijken dat hij inzag dat hij verkeerd handelde. Bij de strafmaat is rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn van twee jaar. 

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2023:4832


Bestuur - No-cure-no-pay-bureau benut procesrecht kennelijk onredelijk

20 juli - Een vrouw die het niet eens is met de waardering van haar woning is veroordeeld in de proceskosten van de heffingsambtenaar die de zaak in beroep vertegenwoordigde, omdat er sprake is van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht. Dat heeft de rechtbank geoordeeld. De woningwaarde werd in beroep verlaagd omdat toen foto’s van de woning werden overgelegd waaruit bleek dat de woning te hoog was gewaardeerd. Het beroep is daarom gegrond. De rechtbank stelt een patroon vast van het ingeschakelde no-cure-no-pay-bureau om pas in beroep te reageren op verzoeken van de heffingsambtenaar om de gestelde lagere waarde van een woning te onderbouwen. Daarmee wordt een beroepsprocedure gecreëerd, ongeacht of dat nodig is om het geschil te beëindigen. Dit leidt ertoe dat onnodig geprocedeerd wordt, kennelijk voor gewin van het bureau, met het oog op te verkrijgen proceskosten in beroep. 

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2023:4717


Bestuur - Minister mag looptijd vergunning e-laadstation inkorten

21 juli - De minister van Infrastructuur en Waterstaat mocht op basis van een ‘Tijdelijke beleidsregel’ de looptijd van een vergunning voor een laadstation voor elektrische voertuigen in dit geval beperken van 15 jaar tot 5,5 jaar, eindigend in 2028. Dat heeft de rechtbank geoordeeld. De minister streeft naar een wagenpark zonder uitstoot in 2050 en verzekerde beschikbaarheid van laadstations op verzorgingsplaatsen langs Nederlandse snelwegen. In 2028 worden veel vergunningen opnieuw verdeeld. De minister wil dan concurrentie tussen verzorgingsplaatsen, met één laadstation per verzorgingsplaats, in de plaats van strijd op één verzorgingsplaats tussen aanbieders van laadvoorzieningen. De rechtbank acht het verkorten van de looptijd van nieuwe vergunningen een geschikt en noodzakelijk middel om dit doel te bereiken. 

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2023:4789

Kanton - Belang huurster bij ruil prevaleert: indeplaatsstelling mag

21 juli - De huurster van een sociale huurwoning in Amsterdam mag een jong stel in haar plaats stellen als huurders en van woning met hen ruilen in Egmond aan den Hoef. Haar belangen bij de woningruil wegen zwaarder dan de belangen van de verhuurder. Dat heeft de kantonrechter bepaald. De huurster heeft gezondheidsklachten ontwikkeld als van gevolg van het lawaai, slechte luchtkwaliteit en drukte op de straat. Daar heeft zij bij haar nieuwe huis minder last van. Die woning maakt deel uit van een complex waar veel senioren wonen. Het belang dat de verhuurder heeft bij het toewijzingsbeleid weegt daar niet tegenop. Het grote leeftijdsverschil tussen de huurster en het jonge stel verandert niets. Als dat niet zo zou zijn, zouden oudere huurders minder kunnen ruilen wat al snel tot ongewenste leeftijdsdiscriminatie zal leiden. 

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2023:4712

Kanton - Te min geïnformeerd: niets betalen voor relatiebemiddeling

25 juli - Een consument hoeft een relatiebemiddelingsbureau niets te betalen omdat hij niet op duidelijke en begrijpelijke wijze is geïnformeerd. Dat heeft de kantonrechter bepaald. Het relatiebemiddelingsbureau eiste dat hij in totaal ruim 4.300 euro aan relatiebemiddelingskosten betaalde nadat een consulent van het bureau een overeenkomst tot relatiebemiddeling sloot bij de consument thuis. Het bureau had al een persoonsbeschrijving gemaakt en kandidaten voorgesteld. Maar aangezien het relatiebemiddelingsbureau niet had voldaan aan de informatieplicht over het ontbindingsrecht voordat de overeenkomst werd gesloten, liep de ontbindingstermijn door. De consument kon de overeenkomst alsnog ontbinden. 

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2023:4713

Civiel - Onbekend wat met wijn is gebeurd; dwangsom niet verhoogd

24 juli - De dwangsom die de eigenaar van kwaliteitswijnen aan zijn ex-zakenpartner had laten opleggen, kan niet worden verhoogd omdat de man betwist dat hij de flessen achterhoudt. Dat heeft de voorzieningenrechter geoordeeld. De ex-zakenpartner was in een eerder kort geding veroordeeld om op straffe van een dwangsom de 147 kwaliteitswijnen af te geven aan de eigenaar van de flessen, met wie hij samen handelde in wijn tot de samenwerking stuk liep. De flessen wijn stonden opgeslagen in de berging van de ex-zakenpartner. De eigenaar kreeg echter geen 147 maar 120 flessen mee. De eigenaar vroeg verhoging van de dwangsom om zijn ex zakenpartner te prikkelen de ontbrekende flessen alsnog af te geven. Nu die stelt niet te weten waar de flessen zijn gebleven en niet kan worden vastgesteld wat ermee is gebeurd, kan de dwangsom niet worden verhoogd. Mocht op enig moment komen vast te staan dat de ex-zakenpartner aansprakelijk is voor het verlies van de ontbrekende wijnen, zal zich dat kunnen vertalen in een schadevergoeding. 

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2023:4841

Civiel - Niet op tijd afgelost: terugbetalen 75 miljoen aan leningen

26 juli - De voormalige Nederlands-Iraanse zakenpartner van een vermogend ondernemer moet die laatste meer dan 75 miljoen euro aan leningen terugbetalen. Dat heeft de rechtbank geoordeeld. De ondernemer had de leningen verstrekt voor de aanschaf en exploitatie van steengroeven in Iran. Door de vaststellingsovereenkomst die zij daar eerder over sloten gaat een streep. Het beroep op dwaling en bedrog slaagt niet, maar de overeenkomst wordt ontbonden omdat de zakenpartner niet op tijd heeft afgelost. Daarom herleven de leningen en die moet de zakenpartner terugbetalen, inclusief de rente die ze hebben afgesproken. Volgens de zakenpartner kon hij de lening niet aflossen vanwege een lastercampagne die tegen hem is gevoerd, maar de rechtbank gaat daar niet in mee. Hij moet het hele bedrag dus ineens terugbetalen. 

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2023:4716

Uitspraken