Het viertal nam in maart vorig jaar in Amsterdam deel aan een demonstratie van de Nederlandse Volks-Unie (NVU). Die demonstratie richtte zich tegen links geweld en links fascisme. Hoewel de NVU toestemming voor de demonstratie had, werden de vier mannen aangehouden. Dit deed de politie omdat zij vlaggen vasthielden met daarop de teksten ‘Defend Europe’, ‘Combat 18’ en ‘Whatever it takes’. Twee van de mannen droegen daarnaast een zogenoemde anti-Jodenneussticker op hun jas.
Volgens de verdediging van het viertal waren de mannen zich niet bewust van het beledigende en discriminatoire karakter van de leuzen en de sticker. De rechter vindt dit echter niet overtuigend en acht bewezen dat de mannen wel degelijk wisten dat de uitlatingen beledigend zijn voor Joden en dat zij hiermee hebben aangezet tot discriminatie.
In de kringen waarin de verdachten verkeren, is het bekend dat het cijfer 18 verwijst naar de eerste en achtste letter van het alfabet, en daarmee naar de initialen van Adolf Hitler. De kreten ‘Combat’ en ‘Whatever it takes’ dragen uit dat er strijd moet worden geleverd, en dat daarbij ieder middel geoorloofd is. De term ‘Defend Europe’ is naar het oordeel van de rechtbank op zichzelf niet beledigend en discriminatoir voor Joden, maar wordt dat wel wanneer de uitlating, zoals hier het geval was, wordt gedaan in samenhang met het dragen van een anti-Jodenneussticker.