Volgens de man gingen de schoten per ongeluk af. De rechtbank gaat hier niet in mee gelet op diverse getuigenverklaringen en andere bewijsmiddelen, zoals camerabeelden, de 112-melding, onderzoek aan telefoons en tapgesprekken. De rechtbank vindt de verklaring van de getuige die aanwezig was bij het gebeuren geloofwaardig, omdat deze getuige op verschillende momenten dezelfde verklaring aflegde over wat er is gebeurd en zijn verklaring op verschillende onderdelen wordt ondersteund door andere bewijsmiddelen.
Uit een andere getuigenverklaring blijkt dat de getuige het vervelend vond om tegen de man te verklaren. Zij waren bevriend met elkaar. Als het incident een ongeluk was geweest, had het in de lijn der verwachtingen gelegen dat deze getuige had verklaard dat het vuurwapen per ongeluk was afgegaan tijdens het incident, maar dat heeft hij niet gedaan. Uit een tapgesprek bleek bovendien dat de man tegen de getuige vertelde dat hij het slachtoffer had neergeschoten.
Verder verklaarde de man geen verstand te hebben van vuurwapens. Ook dat vindt de rechtbank volstrekt onaannemelijk. Zo verklaarde hij voor het schietincident gekeken te hebben hoeveel kogels er in het wapen zaten en vervolgens deze kogels er weer in heeft gedaan. Na het incident heeft hij zijn wapen herladen. Ook kan het niet anders dan dat het de man zelf is geweest die na het incident de veiligheidspal in de stand ‘veilig’ zette.