Tussen september en december 2021 werden vele (piket)telefoonlijnen van de politie in een kort tijdsbestek veelvuldig gebeld. Tussen eind september 2022 en eind december 2022 kwamen wederom vele soortgelijke telefoontjes binnen bij de politie. Daarnaast kwamen meerdere telefoontjes binnen bij het Rijnstate ziekenhuis. Naar aanleiding van deze telefoontjes startte de politie een onderzoek.
Uit politieonderzoek bleek onder andere dat met telefoons - die volgens de rechtbank door de man werden gebruikt - veelvuldig was gebeld met diverse telefoonnummers van de politie. Ook was meerdere keren naar (piket)lijnen van de politie gebeld met een telefoonnummer die kon worden gekoppeld aan één van de telefoons van de man. Daarnaast stonden op één van deze telefoons meerdere opnames van gesprekken tussen politiemedewerkers. Kenmerkend voor de telefoontjes was steeds het in de late avond en nacht bellen van deze telefoonnummers, het opzetten van zogenoemde conference calls waarbij de man als een derde (onbekende) persoon deelnam en geluidsfragmenten afspeelde dan wel achtergrondgeluiden maakte.
De rechtbank oordeelt gelet op dit alles dat de man achter de telefoontjes zat, waardoor het telefoniesysteem van de politie werd belemmerd. Volgens de rechtbank is de man verder schuldig aan het aftappen en opnemen van gesprekken.