De man benaderde op 24 december 2017 een vrouw in het Spijkerkwartier. Hij zei tegen haar dat hij haar wilde proeven en dat zij 100 euro zou krijgen als zij hem oraal zou bevredigen. Vervolgens raakte de man haar billen aan en gaf kusjes op haar hand. Nadat de man het slachtoffer in een steegje trok, kon zij op enig moment wegrennen.

Op 30 april 2019 pakte de Arnhemmer een vrouw in de sauna plotseling bij de benen vast en vervolgens masseerde hij haar onder- en bovenbenen. Nadat het slachtoffer overeind schoot en de man kon wegduwen ging hij uit de sauna.

De man ontkent de aanrandingen. Volgens de rechtbank kunnen beide strafbare feiten bewezen worden. Ze neemt het de man kwalijk dat hij beide slachtoffers onverwachts heeft aangeraakt aan hun lichaam. Hij handelt hiermee respectloos richting slachtoffers en houdt daarbij ook geen rekening met de mogelijke impact daarvan op hen. De man maakt daarnaast misbruik van hun kwetsbaarheid toen zij zich ’s nachts alleen op straat of naakt in de sauna bevonden.

De Arnhemmer werd ook verdacht van een poging tot verkrachting op 24 december 2017. In tegenstelling tot de officier van justitie kan dit volgens de rechtbank niet bewezen worden. Er kan niet vastgesteld worden dat de man het slachtoffer probeerde te verkrachten. De man heeft geen handelingen uitgevoerd die erop zouden kunnen duiden dat hij haar lichaam wilde binnendringen.

De man is onderzocht door een psycholoog en psychiater. Zij concluderen dat bij de man sprake is van een post-traumatische stress stoornis en adviseren een ambulante behandeling en sociale vaardigheidstraining. Door dit trauma concludeert de reclassering dat de man niet geschikt is om in detentie te worden gehouden. De rechtbank neemt de adviezen van de deskundigen over.
Hoewel een langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf kijkend naar de ernst van de feiten rechtvaardig zou zijn, is dat vanwege de detentieongeschiktheid van de man niet passend. Daarnaast heeft de man een blanco strafblad. Daarom legt de rechtbank een forse werkstraf op naast een voorwaardelijke gevangenisstraf met bijzondere voorwaarden. Voor de voorwaardelijke straf geldt een proeftijd van 3 jaar. De rechtbank vindt vanwege het herhalingsgevaar gewenst dat de direct na uitspraak begint met zijn ambulante behandeling.

Tot slot moet de man een schadevergoeding van in totaal iets meer dan 1.400 euro betalen aan 1 van de slachtoffers.