Bij de 50-jarige man houdt de rechtbank er rekening mee dat het om korte pleegperiode gaat. Daarnaast werkte hij mee aan het politieonderzoek en de man nooit eerder voor dit soort zaken met justitie in aanraking geweest. De rechtbank legt daarom een gevangenisstraf op van 358 dagen, waarvan 180 voorwaardelijk. Dit betekent dat de man niet terug naar de gevangenis moet. Daarbij legt de rechtbank een taakstraf van 200 uur. Aan het voorwaardelijke strafdeel zijn bijzondere voorwaarden verbonden. Zo moet de man zich laten behandelen en meewerken aan alcohol- en drugscontroles. Ook moet hij zich melden bij de reclassering. Verder moet de man inzicht geven in zijn financiële situatie en meewerken aan schuldhulpverlening. De straf die de rechtbank oplegt is hoger dan de eis van de officier van justitie, omdat zij tot een ruimere bewezenverklaring komt.
De 39-jarige man is in het verleden vaker veroordeeld voor drugsfeiten. Dat weerhoudt hem er kennelijk niet fijn om zich opnieuw met dit soort strafbare feiten bezig te houden. Daarom legt de rechtbank hem een onvoorwaardelijke celstraf op die gelijk is aan de eis van de officier van justitie.