In Nederland is het gebruikelijk dat elke verdachte die is veroordeeld tot een gevangenisstraf die onvoorwaardelijk is en langer dan 1 jaar, niet die hele straf achter de tralies hoeft uit te zitten. Het laatste deel van de straf brengt een veroordeelde dan in vrijheid door. Elke veroordeelde komt in aanmerking voor voorwaardelijke invrijheidstelling. In die procedure wordt niet meer gesproken over de feiten waarvoor iemand de straf heeft gekregen. In een beperkt aantal gevallen kan het OM de rechtbank vragen de voorwaardelijke invrijheidstelling uit te stellen. Bijvoorbeeld als er nog een groot risico is op herhaling.
Het OM meende dat in deze zaak de man eerst een persoonlijkheidsonderzoek moet ondergaan voordat hij binnenkort voorwaardelijk in vrijheid wordt gesteld. Daarom verzocht het OM aan de rechtbank om de voorwaardelijke invrijheidstelling met 1 jaar uit te stellen.