De meervoudige kamer van de rechtbank oordeelt dat de nareismaatregel in strijd is met de Vreemdelingenwet. Deze wet bepaalt dat de machtiging tot uiterlijk 3 maanden na de toestemming kan worden afgegeven. De wet biedt dus geen ruimte voor een verplichte wachttermijn van 6 maanden voor gezinshereniging.
De rechtbank oordeelt verder dat de nareismaatregel in strijd is met de Gezinsherenigingsrichtlijn. Deze richtlijn bepaalt namelijk dat het gezinslid de toegang tot Nederland moet krijgen zodra de toestemming is verleend en Nederland hieraan alle medewerking moet verlenen. Daar wordt niet aan voldaan als het gezinslid langer moet wachten.