Volgens de rechtbank is sprake van een poging tot moord, omdat de man met voorbedachte raad handelde. Uit de woorden van de man leidt de rechtbank af dat hij op het moment dat hij licht zag branden en besloot om de woning binnen te gaan, van plan was om het slachtoffer met het mes te doden. Dat het bij een poging is gebleven is niet aan het handelen van de man te danken.
Het geweld vond plaats in het bijzijn van hun zoontje van 4 maanden oud. De rechtbank rekent dit de man zwaar aan. Door op deze manier te handelen maakt hij een grove inbreuk op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. Daar komt bij dat de eigen woning bij uitstek een plek moet zijn waar je je veilig kan voelen, en de man maakt ook op dat gevoel van veiligheid een ernstige inbreuk.