Op 8 maart 2024 ging de man naar de woning van het slachtoffer, zijn ex-partner waarmee hij nog wel getrouwd is. Hij drong de woning binnen, bedreigde het slachtoffer en dwong haar mee te gaan naar zijn woning in Tilburg. Onderweg naar Tilburg mishandelde hij haar. In de woning in Tilburg mocht het slachtoffer de woning niet verlaten. De rechtbank oordeelt dat de vrijheidsberoving eindigde toen de man en het slachtoffer de woning in Tilburg op 9 maart 2024 verlieten om boodschappen te gaan doen. Tijdens het voorarrest van de man, gaf hij opdracht aan een familielid om het slachtoffer meerdere berichten te sturen. Dit deed de man ondanks dat er een contactverbod aan hem was opgelegd door de officier van justitie. 

In maart 2023 mishandelde de man het slachtoffer toen zij nog een relatie hadden en in april en juni 2023 bedreigde hij haar meerdere keren. 

Deskundigen constateerden tijdens hun onderzoek dat de man aan een stoornis lijdt. Net als één van deze deskundigen oordeelt de rechtbank dat de man verminderd toerekeningsvatbaar was toen hij de feiten pleegde. De rechtbank neemt dit mee bij het bepalen van de straf.

De rechtbank legt een straf op die gelijk is aan de eis van de officier van justitie. De rechtbank ziet - anders dan de advocaat - geen andere mogelijkheid dan het opleggen van tbs met dwangverpleging. Het (kaal) afstraffen van de man is geen optie, kijkend naar de kans op herhaling en de vastgestelde stoornis. Een behandeling in een voorwaardelijk kader is geen optie vanwege gebrek aan inzicht en motivatie bij de man. Bovendien liet de man zien dat hij zich niet aan voorwaarden kan houden, zelfs niet toen hij in meerdere schorsingstoezichten liep en er sprake was van contactverboden en een enkelband. Behandeling om herhaling te voorkomen is echter wel noodzakelijk, zeker nu hij eerder voor soortgelijke delicten is veroordeeld. Dit betekent dat alleen de maatregel van tbs met dwangverpleging overblijft. De rechtbank oordeelt dat naast deze maatregel het opleggen van een onvoorwaardelijke celstraf passend en geboden is. Verder legt de rechtbank een gedragsbeïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel op. Daarmee wordt de mogelijkheid gecreëerd om de man ook na afloop van de tbs-maatregel onder toezicht te stellen als dat tegen die tijd in verband met  risico's noodzakelijk is.

Tot slot moet de man naast materiële schade ook 7.500 euro smartengeld aan het slachtoffer betalen.