Sinds de poging tot het plegen van een staatsgreep is in Turkije de noodtoestand afgekondigd. Daarbij is onder meer het EVRM buiten werking gesteld en zijn vele duizenden rechters, aanklagers en advocaten op non-actief gesteld. Aangenomen mag worden dat de rechtspleging daardoor ernstige vertraging zal oplopen. Onduidelijk is hoe lang de noodtoestand zal voortduren en wat hiervan de gevolgen zullen zijn. Ernstige vertraging van de rechtspleging kan bijvoorbeeld tot gevolg hebben dat een uitgeleverde persoon onevenredig lang in voorarrest zou kunnen verblijven. Dit is in strijd met het EVRM.
De rechtbank kan op dit moment niet beoordelen of aan Turkije uitgeleverde personen aanspraak kunnen maken op de aan hen toekomende grondrechten. En als dit niet zo zou zijn, of een uitgeleverde persoon dan kan worden bijgestaan door een onafhankelijke advocaat en kan worden berecht door een onafhankelijke rechterlijk college.