Dat zijn dochter de kant van haar moeder kiest, verbaast Abdel niets. ‘Ik heb tegen haar gezegd: “Nu ben je niets, geen meisje en geen jongen. Je moet op je eigen benen staan.” Ik wil dat ze op zichzelf gaat wonen. Mijn vrouw wil dat niet. Als zij gaat, ga jij ook, zegt ze. Mijn dochter heeft haar telefoon gepakt en de politie gebeld. Ik heb mijn beenbeugel aangetrokken en ben naar achteren gelopen om op mijn scootmobiel te stappen. Daar kwam ik de politie tegen, die wilde dat ik naar binnen ging.’ Bij de politie staat Abdel er ook niet zo goed op, memoreert politierechter Kester. ‘De agenten troffen bij u thuis 2 vrouwen die erg overstuur waren. In het politiebureau bent u vervolgens tekeergegaan.’ Ook niet waar. ‘Ik heb niets gedaan. Ze zijn altijd tegen mij’, aldus Abdel. De reclassering heeft een rapport over Abdel geschreven. Volgens hen lopen de spanningen in het gezin zo hoog op door Abdels drugsgebruik. De rechter: ‘Ze zouden u willen helpen, maar u hebt geen behoefte aan die hulp.’ Met de reclassering heeft hij inderdaad niets, maar IrisZorg voor verslavingszorg en opvang ziet hij wél zitten. ‘We hebben een dagbehandeling afgesproken.’