Laden...

Op de rol: ‘Schrik niet van de tekst’

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Gelderland > Nieuws > Op de rol: ‘Schrik niet van de tekst’
Arnhem, 05 februari 2019

Petra zegt dat ze geen relatie hadden, Wim* zegt van wel. Volgens Wim (58) ging zij vreemd. Hij schreef er zelfs een brief over aan haar baas en sprak haar vriend erover aan. Gefrustreerde mensen doen vreemde dingen. Maar Wim ging in oktober 2017 volgens het Openbaar Ministerie daarbij veel te ver. Petra zou volgens hem ook ‘het daglicht niet meer zien’ als hij haar in zijn handen zou krijgen, en hij zou haar ‘harstikke dood’ schieten als zij op zijn tuinpad zou komen.

Wim appte de doodsbedreigingen niet modern naar Petra en hij zette ze ook niet op Facebook; hij schreef ze op vellen papier die hij omhooghield als Petra thuiskwam van haar werk. Daarvoor hoefde Wim niet de deur uit; hij kon gewoon bij het keukenraam blijven staan. De 2 woonden en wonen nog steeds tegenover elkaar in een Assense straat.

Raam

Vandaag zitten ze allebei in de Rijnzaal van het gerechtsgebouw in Arnhem tegenover de militaire politierechter. Wim was in het najaar van 2017 nog sergeant-majoor bij de landmacht. Wim heeft hulp gezocht bij advocaat Doornbos om zich te verweren tegen de beschuldiging, Petra heeft advocate Bruinsma in de arm genomen om haar vordering voor de geleden materiële en psychische schade (597,44 euro) toe te lichten. ‘U hebt met bordjes voor het raam gestaan, zegt de officier van justitie. Klopt dat?’, wil politierechter Rob Heijmans van de gepensioneerde onderofficier weten. ‘Dat klopt, maar met 1 bord.’ ‘Wat stond daarop?’ ‘Ik heb het bij mij, wilt u het zien?’ Wim grabbelt in een tas. ‘Schrik niet van de tekst’, zegt hij. ‘We zijn wel wat gewend’, luidt het antwoord.

Confrontatie

Wim steekt het papieren bord omhoog. In koeien van letters staat erop: VALS VET HANGBUIKZWIJN. ‘Dat is toch wat anders dan wat mij wordt verweten.’ ‘Doe maar snel weg, want zo prettig is het niet om dat te zien’, adviseert politierechter Heijmans. Daar is Wim het mee eens. ‘Het is niet netjes.’ Toch heeft hij met dat bord naar de overbuurvrouw staan zwaaien. ‘Wat wilde u daarmee bereiken?’, vraagt de rechter. ‘Ik vind dat zij dat is en dat heeft te maken met wat zich heeft afgespeeld tussen ons. Zij heeft mij veel aangedaan. Ik heb haar nog 1 keer op straat gevraagd waar ze in hemelsnaam mee bezig was, en daar heb ik het bij gelaten. Ik had geen zin om de confrontatie verder aan te gaan, dus toen heb ik dit opgeschreven. Zo gaat het bij een conflict; dan schrijf je geen complimenten op.’ ‘En wat hebt u daar uiteindelijk mee bereikt?’ ‘Het was niet mijn bedoeling, maar dat ik hier nu zit’, antwoordt Wim.

Verzonnen

Vandaag gaat het in de Rijnzaal evenwel niet over het hangbuikzwijnbord, maar over 2 andere borden waarmee Wim achter zijn keukenraam zou hebben staan zwaaien. Op 21 oktober 2017 was dat met de tekst: ‘Als ik je in mijn handen krijg dan zou jij het daglicht niet meer zien’, en op 22 en 23 oktober met de tekst: ‘Als je op mijn tuinpad komt schiet ik je harstikke dood’. Dat heeft Petra ‘uit haar duim gezogen’, reageert Wim. ‘Een broodjeaapverhaal. Dat is trouwens nogal een tekst voor zo’n klein bordje; dat krijg je er niet leesbaar op. Allemaal verzonnen.’ Dan moet Wims buurman in commissie hebben gelogen, want die heeft, net als Petra, tegen de politie verteld dat hij een bord zag waarop stond dat Wim Petra zou doodschieten, houdt de militaire politierechter Wim voor. ‘Hij kan dat helemaal niet gezien hebben, want hij stond niet buiten. Waar moet ik iemand mee doodschieten dan? Met een pollepel uit mijn bestek-la?’

Emotioneel

De buurman heeft het bord met dat doodschieten niet gezien? Dat heeft hij wel, zegt officier van justitie Liane Grooters. ‘Uw buurman vertelt de politie dat hij voor zijn auto stond om naar zijn werk te gaan en dit bord zag. Ik heb niets van u gehoord waardoor ik ga twijfelen aan zijn verklaring.’ De aangifte van Petra en de getuigenverklaring van de buurman zeggen de officier genoeg: Wim heeft Petra met de dood bedreigd. Wim is meer dan 10 jaar geleden door de rechter veroordeeld voor de mishandeling van zijn (inmiddels ex) vrouw. Die veroordeling mag de officier niet meewegen in haar strafeis, maar zegt ze: ‘het geeft wel aan dat u emotioneel kunt reageren als er in de relationele sfeer iets misgaat’. Wim verdient een boete van 500 euro, waarvan 250 euro voorwaardelijk. De officier vindt een vordering van 200 euro voor materiële en immateriële schade billijk. Petra durft daar, als puntje bij paaltje komt, niets over te zeggen in de Rijnzaal.

Zwaaien

Wim heeft in de dagen na het beëindigen van hun relatie inderdaad vanachter het keukenraam met een vel papier naar de overbuurvrouw staan zwaaien. ‘Dat was al die tijd 1 en hetzelfde vel. U hebt dat zojuist gezien. Andere teksten heeft hij niet gebruikt’, zegt advocaat Meindert Doornbos. ‘Mijn cliënt heeft geen bedreigende tekst over doodschieten gemaakt en ook niet omhooggehouden. De buurman zegt dat hij mijn cliënt zag met een papier waarop de tekst stond: ‘ik schiet je dood’. Dus niet ‘ik schiet je hartstikke dood’, zoals in de aangifte staat, en zonder andere tekst.’ De getuigenverklaring van de buurman mag misschien een wettelijk bewijsmiddel zijn, overtuigend is zij volgens de Asser raadsman daarom allerminst. De militaire politierechter zou Wim dus moeten vrijspreken.

Vrees

Dat doet rechter Heijmans niet. Voor bedreiging met de tekst ‘als ik je mijn handen krijg dan zou jij het daglicht niet meer zien’, ziet de militaire politierechter geen bewijs, maar voor de bedreigende tekst ‘als je op mijn tuinpad komt schiet ik je harstikke dood’ is dat bewijs er wel. ‘De buurman heeft dit waargenomen. Ik zie niet in waarom hij daarover zou liegen.’ ‘Nou, ik zie dat wel’, reageert Wim. De rechter: ‘U moet nu luisteren; ik ben aan het woord. Dan had u daar maar eerder mee moeten komen.’ Dat de overbuurvrouw bang was van de bedreigende tekst begrijpt de rechter heel goed, ‘hoewel ik niet de indruk heb dat u daadwerkelijk van plan was om haar om het leven te brengen. Maar het was kennelijk wel uw bedoeling om haar vrees aan te jagen.’ Hij geeft Wim een boete van 500 euro, waarvan de helft voorwaardelijk, en brengt Petra’s vordering terug tot de reiskosten: 84 euro en 50 cent. ‘Dat is niet omdat ik mij niet kan voorstellen dat u last hebt gehad van wat zich heeft afgespeeld, maar omdat de psychische schade niet is onderbouwd. U kunt de schade nog wel bij de civiele rechter vorderen.’

* Petra en Wim zijn niet hun echte namen.

Uitspraken