Gemeente Maastricht heeft namens zestien gemeenten een aanbesteding in de markt gezet op het gebied van ‘Jeugd Wonen’. Eiseressen zijn werkzaam op dit gebied en hebben de gemeente gedagvaard omdat volgens hen de aanbesteding opnieuw moet. Dit omdat die in strijd zou zijn met de Jeugdwet en de Aanbestedingswet, en omdat de aanbesteding discriminerend zou zijn voor kleine (en middelgrote) zorgaanbieders, zoals zijzelf, en strijdig zou zijn met andere beginselen van het aanbestedingsrecht, zoals het clusterverbod, het percelengebod, het transparantiebeginsel, het proportionaliteitsbeginsel en het beginsel van gelijke behandeling.
Jeugd Wonen betreft vier woonvormen: pleegzorg (voltijd), gezinshuizen, leefhuizen en begeleid zelfstandig wonen. De kern van de zaak gaat om de vraag of de gemeente van inschrijvers mag vragen dat zij naast de drie andere woonvormen minimaal vijftig pleegzorgbedden aanbieden. De rechter oordeelt dat dit mag.
Ten eerste omdat de gemeente een verschuiving wil naar lichtere en meer gezinsgerichte woonvormen, en pleegzorg is de lichtste en meest gezinsgerichte woonvorm, en dus onmisbaar bij uitvoering van de wens van de gemeente om zorg integraal aan te bieden, waarbij zorg naar de jeugdige komt in plaats van andersom.
Ten tweede omdat de ervaring van zorgaanbieders bij elkaar opgeteld mocht worden, zodat er voldoende gelegenheid was voor kleine zorgaanbieders om als onderdeel van een consortium of als onderaannemer in aanmerking te komen voor de opdracht.
Ten derde omdat een gevraagd aantal van vijftig bedden op een benodigd aantal van zevenhonderd niet zonder meer disproportioneel te noemen is, zeker niet gelet op het feit dat er binnen de regio drie aanbieders zijn die dit aantal kunnen leveren en er ook buitenregionaal naar pleegzorgaanbieders mocht worden gezocht Eiseressen hebben dit laatste te laat gedaan, omdat zij uitgingen van de verkeerde veronderstelling dat enkel binnen de regio gezocht mocht worden naar pleegzorgaanbieders. Dit komt voor hun rekening en risico, want dit is nergens in de aanbestedingsleidraad terug te lezen.
Verder vonden eiseressen nog dat pas later de eis is toegevoegd dat ook ervaring in het verleden moest worden aangetoond met minimaal vijftig pleegzorgbedden. De rechter oordeelt dat dit standpunt niet klopt. Al in de aanbestedingsleidraad staat dat niet alleen minimaal vijftig pleegzorgbedden moeten worden geleverd in 2023, maar ook dat ervaring hiermee moet worden aangetoond gedurende de referentieperiode.
Eiseressen vonden verder nog dat de inschrijftermijn te kort was, maar die was volgens de rechter lang genoeg.
Ten slotte voerden eiseressen aan dat de aanbesteding in strijd was met de Jeugdwet, maar ook hierin kregen zij geen gelijk.
Conclusie van de rechter was dan ook dat de vorderingen van eiseressen moesten worden afgewezen.