Om tot een bewezenverklaring van stalking te komen moet er sprake zijn van wederrechtelijke, opzettelijke, stelselmatige inbreuk op iemands persoonlijke levenssfeer met het oogmerk om iemand te dwingen iets (niet) te doen, iemand te dwingen iets te dulden of iemand vrees aan te jagen. De politierechter oordeelde op basis van het dossier dat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat er sprake was van stalking in de zin van de wet. De man is daarom vrijgesproken wegens onvoldoende wettig en overtuigend bewijs. Er is geen hoger beroep ingesteld. De vrijspraak is daarom onherroepelijk.
Een politierechter doet direct mondeling uitspraak. Er is daarom geen schriftelijk vonnis beschikbaar.