Op dinsdag 24 september belde OAD nog een laatste keer met de bank in een uiterste poging om toch uitstel te krijgen. Weer hield Rabobank vast aan de deadline. Toen was duidelijk: het zou OAD niet zou lukken om voor die deadline een definitieve en uitgewerkte overeenkomst te bereiken met de Twentse Investeerders. OAD heeft vervolgens het faillissement aangevraagd. De rechtbank is van oordeel dat de Rabobank aan de deadline mocht vasthouden. De bank is niet aansprakelijk voor de schade die OAD zegt te hebben geleden. Bovendien is niet aannemelijk geworden dat die schade, namelijk de vernietiging van de waarde van de onderneming door het faillissement, het gevolg is geweest van het handelen van de bank. Want, ook al was de Rabobank akkoord gegaan met een verlenging van de tijd om tot een overeenkomst te komen met de Twentse Investeerders, dan nog was een faillissement niet afgewend. De financiële problematiek met TUI en SGR was ernstig en niet op te lossen. En als klap op de vuurpijl was de laatste financiële prognose van het OAD bedrijf veel negatiever dan OAD had doen voorkomen.
Kortom, de rechtbank concludeert dat de Rabobank de kredietovereenkomst mocht opzeggen en dat de bank niet het faillissement van OAD heeft veroorzaakt.