De gemeente en politie hebben na de beschietingen maatregelen genomen zoals extra surveillance en een grote zichtbare mobiele camera waarmee de woning van de vrouw en de directe omgeving worden gemonitord. Dit zal het gevoel van veiligheid onder bewoners vergroten, maar deze maatregelen geven geen garantie. De voorzieningenrechter oordeelt dat de burgemeester vanwege de ernst van de incidenten mocht handelen met de beperkte (politie)informatie die er toen was. Hij mocht dus een noodbevel afgeven en de woning sluiten. Maar de bestuursrechter is het ook met de vrouw eens dat een periode van zes weken niet proportioneel is. De burgemeester had het noodbevel voor een kortere tijd moeten afgeven om zo de tijd te overbruggen die nodig was om zich door de politie verder te laten informeren over de acute dreiging en het voortbestaan daarvan. Woningsluiting heeft ingrijpende gevolgen voor de vrouw en haar kind. De voorzieningenrechter schorst het noodbevel van de burgemeester met ingang van aanstaande woensdag. Dit geeft de vrouw de gelegenheid om op korte termijn weer naar huis te kunnen, terwijl de burgemeester nog enkele dagen de tijd krijgt om zich te laten informeren over de stand van zaken van het politieonderzoek, de actuele dreiging en de noodzaak voor een eventuele nieuwe beslissing.