Laden...

Veroordeling voor verkrachting in zorgwoongroep Soest

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Midden-Nederland > Nieuws > Veroordeling voor verkrachting in zorgwoongroep Soest
Utrecht, 10 maart 2021

Een 35-jarige man uit Leusden is door de rechtbank Midden-Nederland veroordeeld tot een gevangenisstraf van 121 dagen, waarvan 120 dagen voorwaardelijk. Daarnaast legt de rechtbank hem de maximale taakstraf op van 240 uur. De man verkrachtte eind december 2018 een vrouw in een zorgwoongroep in Soest, waar zij op dat moment allebei woonden.

Verkrachting

Als het slachtoffer aangifte doet bij de politie, vertelt ze dat de verdachte haar heeft verkracht. Dit gebeurde in de keuken van de zorgwoongroep in Soest. Ze liet hem naar eigen zeggen duidelijk weten dat ze het niet wilde. De verdachte ontkent dat het om een verkrachting ging.

Bewijs

Naast het verhaal van het slachtoffer legde ook een medebewoonster een verklaring af bij de politie. Volgens haar kwam het slachtoffer direct na de verkrachting haar kamer binnen en vertelde ze dat de verdachte aan haar had gezeten. De medebewoonster verklaart dat ze het slachtoffer nog nooit zo had gezien en dat ze vervolgens de zus van het slachtoffer heeft gebeld. Ook zij vertelde de politie later dat de verdachte haar zus had verkracht. De verdachte heeft bekend dat hij het slachtoffer heeft gezoend én dat hij met zijn hand in haar broek is geweest. Volgens hem zei ze in eerste instantie lachend dat ze dat niet wilde. Later zou ze niets meer hebben gezegd; daarom ging hij door. De rechtbank vindt dat de verklaringen van de verdachte, de medebewoonster én de zus van het slachtoffer, de aangifte van het slachtoffer op essentiële punten ondersteunen.

Straf

De rechtbank oordeelt dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan verkrachting. Hij heeft zich alleen maar laten leiden door zijn eigen seksuele verlangens en heeft geen rekening gehouden met het slachtoffer. Uit onderzoek blijkt dat bij verdachte sprake is van psychische problemen. Er wordt vermoed dat sociale angst en het mogelijk onvoldoende begrijpen van sociale interactie een rol heeft gespeeld bij de verkrachting. Dat beeld is voor de rechtbank op zitting bevestigd. De verdachte heeft niet mee willen werken aan verder onderzoek. Dit rekent de rechtbank hem aan. Al met al wordt de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 121 dagen, waarvan 120 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. Ook legt de rechtbank hem de maximale taakstraf op van 240 uur, moet hij zich laten behandelen én moet hij een schadevergoeding betalen aan het slachtoffer.

Uitspraken