De vraag die in meerdere zaken voorligt, is of de lidstaten van de Europese Unie er zelf voor mogen kiezen om de tijdelijke bescherming van deze groep derdelanders te stoppen. De Utrechtse vreemdelingenkamer komt tot de conclusie dat de lidstaten die vrijheid hebben en dat Nederland de bescherming van uit Oekraïne gevluchte derdelanders dus mag beëindigen. De staatssecretaris mocht hierbij meewegen dat deze groep van vreemdelingen eraan bijdraagt dat de opvangcapaciteit in de gemeentes overbelast is, terwijl er ook vluchtelingen zijn die Nederland verplicht moet blijven opvangen en waarvoor dus capaciteit beschikbaar moet zijn. Het gaat dan bijvoorbeeld om gevluchte Oekraïense staatsburgers of derdelanders met een permanent verblijfsrecht in Oekraïne.
Vreemdelingenzaken worden behandeld door alle rechtbanken in Nederland, in naam van de rechtbank Den Haag. De Vreemdelingenkamer in Roermond kwam deze week in drie vergelijkbare zaken tot een ander oordeel.