De voorzieningenrechter gaat ervan uit dat Rachel geen erfgenaam is op grond van het testament van André Hazes. Het staat vast dat er op het moment van zijn overlijden een echtscheidingsprocedure liep. Zoals gezegd waren alle betrokkenen het er destijds over eens dat Rachel alles kreeg toegekend wat tot de huwelijksgoederengemeenschap behoorde, waaronder de volledige erfenis. In dat licht beschikt zij dus over de volledige erfenis. Maar of zij zich ook erfgenaam mag noemen hangt af van de context waarin zij dat zegt en de woorden die zij gebruikt. De beoordeling daarvan hoort niet thuis in een kortgedingprocedure, maar in een bodemprocedure. Bovendien wist de dochter al in 2020 dat haar moeder volgens het testament geen erfgenaam was. Als zij over die kwestie pas in 2023 een kort geding aanspant is zij voor zo’n spoedprocedure te laat. Dat geldt ook voor het gevraagde verbod om zelfstandig door te gaan met de exploitatie van de intellectuele eigendomsrechten. Ook de beoordeling van die vordering hoort in een bodemprocedure thuis. Partijen twisten er namelijk over of die rechten (geheel of voor een deel) door André Hazes zijn ondergebracht in zijn vennootschappen. Als dat zo is, mag de weduwe in elk geval die rechten zelf exploiteren. Zij is namelijk bij de verdeling in 2005, met toestemming van alle betrokkenen, eigenaar geworden van die vennootschappen. Voor zover Hazes bij zijn overlijden intellectuele eigendomsrechten in eigen bezit had, hangt de beoordeling van deze vordering af van weer een andere vraag. Dan gaat het erom of de aan de weduwe toegekende rechten wel aan haar zijn overgedragen conform de voor dat soort rechten geldende eisen.