De rechtbank is van oordeel dat - gelet op de stoornissen, het recidivegevaar, de ernst van het feit en de verminderde toerekeningsvatbaarheid - niet kan worden volstaan met het opleggen van alleen een gevangenisstraf. Daarom legt de rechtbank aan verdachte ook een tbs met voorwaarden op. Dit betekent dat verdachte, na afloop van zijn gevangenisstraf, zich moet houden aan een aantal strenge voorwaarden, zoals bijvoorbeeld verblijf in een forensisch psychiatrische kliniek. Als de verdachte zich niet aan die voorwaarden houdt, kan de tbs met voorwaarden worden omgezet in een tbs met dwangverpleging.
Ten slotte legt de rechtbank aan verdachte aan gedragsbeïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel op, kortweg: GVM. Dit betekent dat, als er bij beëindiging van de tbs-maatregel tóch nog een aanmerkelijk recidiverisico bestaat, de officier van justitie aan de rechtbank kan vragen om tenuitvoerlegging van de GVM. Als de rechtbank de tenuitvoerlegging van die GVM beveelt, heeft dat als gevolg dat de reclassering, ook na beëindiging van de tbs-maatregel, toezicht op verdachte blijft houden.