De Stichting WAG heeft honderden leden. Deze leden en de woningcorporaties zijn van oordeel dat hun woningen in waarde zijn gedaald door aardbevingen als gevolg van gaswinning. Zij willen die waardedaling als schade vergoed krijgen van de NAM. De NAM stelt dat, als er al sprake is van schade in de vorm van waardevermindering, deze pas voor vergoeding in aanmerking komt bij verkoop van de woning.
De Stichting WAG en de woningcorporaties eisen in deze rechtszaken geen geldbedragen als schadevergoeding. Zij vragen de rechtbank de NAM als aansprakelijke partij te veroordelen tot vergoeding van schade. De precieze omvang van de schade dient in afzonderlijke procedures vastgesteld te worden.
De Stichting WAG en de woningcorporaties hebben in deze zaken, na uitwisseling van schriftelijke stukken, om pleidooi gevraagd. Tijdens de pleidooien hebben de advocaten van partijen de gelegenheid om het standpunt van hun cliënten toe te lichten en over en weer te reageren op elkaars standpunten. De rechtbank heeft de gelegenheid om nadere vragen te stellen.
De zaak wordt behandeld door een meervoudige civiele kamer, bestaande uit drie rechters en een griffier die normaal zijn verbonden aan de Rechtbank Overijssel. Zij zullen uitsluitend voor deze beide zaken fungeren als rechters van de Rechtbank Noord-Nederland. Voor deze constructie is gekozen omdat in deze zaken verschillende medewerkers van de Rechtbank Noord-Nederland zelf belanghebbende zijn.
Naar verwachting zal de rechtbank na afloop van de zitting de termijn bepalen waarop vonnis wordt gewezen.