Soms is iemand onvoldoende in staat om de eigen belangen goed te behartigen of voor zichzelf te zorgen. In het Burgerlijk Wetboek zijn drie manieren opgenomen om meerderjarige personen te beschermen. Curatele is de zwaarste daarvan.
- Mentorschap: als iemand niet kan beslissen over persoonlijke (niet-financiële) zaken zoals verzorging, verpleging, behandeling en begeleiding. De kantonrechter benoemt een mentor die de beslissingen voor hem neemt.
- Bewind: als iemand niet zijn geldzaken kan regelen. De kantonrechter benoemt een bewindvoerder die dit voor hem doet. Iemand wiens vermogen onder bewind staat blijft handelingsbekwaam.
- Curatele: als iemand zijn geldzaken en persoonlijke zaken niet kan regelen. De kantonrechter benoemt een curator die dit voor hem doet. Iemand die onder curatele staat is handelingsonbekwaam.
De mentor, bewindvoerder of curator kan een familielid, vriend of kennis zijn wanneer de kantonrechter oordeelt dat deze persoon daarvoor geschikt is. Er zijn ook personen die van beroep bewindvoerder, mentor of curator zijn. Deze professionele personen moeten aan speciale kwaliteitseisen voldoen.
In het Burgerlijk Wetboek is ook geregeld dat de kantonrechter toezicht houdt op de werkzaamheden door een mentor, bewindvoerder of curator. De kantonrechter kan ze te allen tijde voor verhoor oproepen. Ze zijn dan verplicht alle door de kantonrechter gewenste inlichtingen te geven. Ook kan de kantonrechter de administratie opvragen. De aanleiding kan bijvoorbeeld zijn dat anderen, zoals familieleden of medewerkers die in dienst zijn bij de bewindvoerder/mentor/curator, bij de kantonrechter klagen over het financiële beheer of over de uitvoering van de zorgtaken.