Laden...

Op de rol: ‘We hebben beiden schuld’

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Noord-Nederland > Nieuws > Op de rol: ‘We hebben beiden schuld’
Leeuwarden, 27 mei 2020

‘Je kunt erover discussiëren of ik sterker ben dan mijn vrouw’, zegt de Fryske Ben* zonder blikken of blozen tegen rechter Marijke Jansen. Daar kijkt de politierechter van op. Ben weegt 120 kilo en zijn borst is 56 centimeter breed. Een beer van een vent, vindt zijn vrouw hem. ‘Ik zou dus denken dat u veel sterker bent. Ik heb foto’s van uw borstkas gezien en u zit hier nu voor mij; dat is wel indrukwekkend.’ ‘Ik beschouw dat als een compliment, maar dat betekent toch niet dat ik sterker ben? Zij doet niet veel voor mij onder’, reageert Ben (32).

Bens vrouw zit vandaag niet in de coronabestendige Binckeszaal van het Leeuwardense gerechtsgebouw (‘dat vond ze niet nodig’), dus die kwestie wordt vandaag niet opgelost. Feit is wel dat zij aangifte van mishandeling tegen hem heeft gedaan, en hij niet tegen haar. Politierechter Jansen: ‘U zegt dat uw vrouw niet veel voor u onder doet en dat zij ook sterk is, maar zij had letsel en u niet. Van u zitten geen foto’s van een dichtgeslagen oog en builen in het dossier. Bij u kwam het niet verder dan een schram in uw nek, toch?’ En een schram op zijn onderarm, niet te vergeten. Ben: ‘Er zijn over en weer klappen gevallen. We zijn over de keukentafel op de plavuizen vloer gevallen en ik betwijfel of haar letsel mij volledig aangerekend kan worden. We hebben beiden schuld.’

Gewurgd

Als de politie op 10 augustus 2019 in Sneek aan de deur komt, lijkt er maar 1 schuld te hebben: Ben. De verwondingen van zijn vrouw zien er zo akelig uit dat de agenten meteen een ambulance laten komen. Naar het ziekenhuis hoeft ze uiteindelijk niet. Als de politieagenten haar verklaring opnemen, zit haar linkeroog wel dicht en loopt er vocht uit. Rechter Jansen leest uit het politieverslag voor wat ze heeft verteld: ‘Ineens trok hij mij aan mijn haar en ook pakte hij mij bij mijn keel. Ik had meteen het gevoel dat ik gewurgd werd. Ik probeerde hem met alles wat ik in mij had weg te houden. Ik maakte zijn bril kapot. Hij ging bovenop mijn borst zitten en was bezig om mij te wurgen. Ik voelde dat ik geen lucht meer kreeg. Ik ben minimaal 4 keer vol en gericht in mijn gezicht geslagen.’

Agressief

‘Ik heb haar 2 keer geslagen’, reageert Ben. De rechter: ‘Met uw vuist?’ Ben: ‘Dat weet ik niet meer, maar niet gericht en ook niet moedwillig hard. Het letsel aan haar oog had ook van onze val kunnen komen. Ik ontken niet dat ik agressief ben geweest, maar ik heb haar niet aan haar haren getrokken en ik heb haar ook niet bij de keel gegrepen. Onder de streep maakt dat niet uit, dat realiseer ik mij. Het had nooit mogen gebeuren, daar zijn we het beiden over eens. En we zijn het erover eens dat we er allebei schuld aan hebben.’ Politierechter Jansen: ‘Ik heb niet de indruk dat hier iemand tegenover mij zit die zich de ogen uit zijn hoofd schaamt.’ Ben: ‘Dat doe ik wel.’ De rechter: ‘Dat is goed om te horen, want dat proef ik er niet uit.’

Coach

Er mogen klappen zijn gevallen, het huwelijk heeft stand gehouden, zegt Ben. ‘We zijn met een coach aan de slag gegaan om onze relatie beter te krijgen, en dat gaat goed. Ik wil dit niet nog eens meemaken – niet voor mij, niet voor mijn vrouw en niet voor de kinderen.’ Officier van justitie Riemke van der Zee is verheugd dat bijstand van een relatietherapeut is ingeroepen, maar feit is en blijft dat Ben zijn vrouw heeft mishandeld. De foto’s spreken boekdelen. Dat zijn vrouw zich niet onbetuigd heeft gelaten, vindt officier Van der Zee begrijpelijk. ‘Zij zet zichzelf ook niet weg als een weerloos vogeltje. Ze heeft geprobeerd om te voorkomen dat ze in elkaar zou worden geslagen.’ De officier ziet geen bewijs voor de wurgpoging, maar dat ziet ze wel voor het slaan. Een werkstraf van 80 uur, waarvan 40 uur voorwaardelijk, vindt officier Van der Zee daarom op zijn plaats.

Hectisch

Er zijn geen foto’s van letsel aan haar hals en een medische verklaring is er ook niet, dus bewijs dat Ben zijn vrouw heeft willen wurgen, is er niet, vindt ook advocaat Fer Grijmans. Ben heeft haar wel geslagen, ‘maar hoeveel klappen er zijn gevallen, dat weten we niet. Het was hectisch en emotioneel. Achteraf vullen beide partijen dat op hun eigen manier in. Mevrouw geeft aan dat zij ook niet de gemakkelijkste is. We moeten ook kijken naar háár rol.’ Als je daarnaar kijkt en je je tevens realiseert dat het echtpaar relatiehulp heeft ingeschakeld, dan zou een onvoorwaardelijke werkstraf meer kwaad dan goed doen, meent raadsman Grijmans. ‘Je ziet bij huiselijk geweldzaken niet zo vaak dat partners de problemen samen proberen op te lossen. Die los je niet op met een werkstraf. Ik zou daarom zeggen: leg een voorwaardelijke werkstraf op van 60 uur, met een proeftijd van 2 jaar.’

Incident

Aan Ben het laatste woord. Is er iets niet gezegd dat nog gezegd moet worden? Hij heeft het erover gehad met zijn vrouw; wellicht dat een boete naar een stichting kan gaan die strijdt tegen huiselijk geweld? Een creatieve gedachte, vindt politierechter Jansen, maar dat zou betekenen dat zijn vrouw meebetaalt aan haar eigen mishandeling. Geen boete dus, maar ‘wat is passend?’, vraagt de rechter zich hardop af. Voor een wurgpoging ziet politierechter Jansen geen bewijs, voor mishandeling wel. ‘Het gaat erom dat dit niet weer gebeurt en daarom is het belangrijk dat u aan de slag bent gegaan met een relatietherapeut. Ik wil dit zien als een incident; u hebt geen geschiedenis op het gebied van huiselijk geweld. Ik volg het voorstel van uw advocaat. Ik leg u een geheel voorwaardelijke werkstraf op van 60 uur, met een proeftijd van 3 jaar als stok achter de deur en ter geruststelling van uw vrouw.’

* Ben is niet zijn echte naam.

Lees hier meer 'Op de Rol'-verhalen.


Uitspraken