De verdachte maakte zich schuldig aan een brute en onomkeerbare daad. Door zijn handelen bracht hij in de eerste plaats aan de ouders en andere gezinsleden van het slachtoffer enorm en onherstelbaar leed toe. Ook buiten de kring van directe familieleden maakte de dood van het slachtoffer diepe indruk. De rechtbank denkt daarbij aan verdere familie, vrienden, maar ook aan personen die ongewild getuige waren van de schietpartij. Voor al die personen is het misschien een gebeurtenis die zij voor lange tijd, zo niet de rest van hun leven, bij zich zullen dragen. Daarnaast pleegde de verdachte een poging tot doodslag door te schieten op een beveiliger die vlak bij het slachtoffer stond. Dat gebeurde terwijl de beveiliger aan het werk was de aanwezigen te beschermen. De gebeurtenissen hebben ook bij hem diepe sporen achtergelaten.
De rechtbank heeft bij het bepalen van de straf gekeken naar vergelijkbare zaken: doodslag, terwijl de verdachte voorafgaand of tijdens zijn handelen in een noodweersituatie verkeerde. In dit soort gevallen wordt gemiddeld een celstraf tussen de 8 en 10 jaar opgelegd. Daarbij komt in deze zaak de poging tot doodslag op de beveiliger en het verboden wapenbezit. Al met al komt de rechtbank tot een celstraf van 12 jaar.
De verdachte moet daarnaast de vliegtickets van een aantal familieleden vergoeden die zij aanschaften voor de begrafenis van het slachtoffer in Marokko. De rechtbank komt niet tot toewijzing van verzoeken om affectie- en schokschade. De beveiliger krijgt een schadevergoeding van bijna 4.500 euro.