De rechtbank oordeelt dat de verdachte op grove wijze inbreuk maakte op de lichamelijke integriteit van het hoogbejaarde slachtoffer. Ze was na het delict volledig in de war en werd opgenomen in het ziekenhuis. Ze zag zich genoodzaakt om na 40 jaar uit haar woning te verhuizen omdat ze zich daar niet langer veilig voelde. Volgens de rechtbank is haar leven ingrijpend veranderd. Het handelen van de verdachte en de grote gevolgen voor het slachtoffer rechtvaardigen een langdurige onvoorwaardelijke celstraf. Ook weegt mee dat de man tussen 1991 en 2009 meer dan 30 keer is veroordeeld tot onvoorwaardelijke celstraffen, onder meer voor een zeer ernstig geweldsdelict.
De officier van justitie eiste naast een celstraf van 5 jaar ook tbs met dwangverpleging. Voor het opleggen van zo’n maatregel is echter vereist dat de feiten zijn gepleegd onder invloed van een vastgestelde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens. Die gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens werd in 2003 wel bij de man vastgesteld, maar omdat hij nu medewerking aan een nieuw onderzoek weigerde, kunnen deskundigen niet met voldoende zekerheid concluderen dat deze stoornis in maart 2015 nog in die mate aanwezig was dat de stoornis het handelen van de man beïnvloedde. De rechtbank legt daarom geen tbs op en kiest voor een hogere celstraf dan geëist.
Naast de celstraf van 6 jaar, moet de man ook nog een eerder voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van 600 dagen uitzitten. Bovendien moet hij de 94-jarige vrouw een schadevergoeding betalen van ruim 4.000 euro.