De eigenaresse van de coffeeshop in de Hinthamerstraat in ’s-Hertogenbosch vroeg in mei 2012 een exploitatievergunning aan, maar de burgemeester wees deze aanvraag in februari 2014 af. Nadat de burgemeester ook het bezwaar van de eigenaresse afwees, stapte zij naar de rechter.
De burgemeester nam zijn besluit mede op basis van een advies van het Landelijk Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (LBB). Hij gaf aan dat ernstig gevaar bestaat dat de eigenaresse de vergunning ook zal gebruiken om strafbare feiten te plegen. Bovendien stelt de burgemeester dat hij de vergunning ook heeft geweigerd, omdat de eigenaresse al eens is beboet vanwege onregelmatigheden in haar administratie en er dus sprake is van “slecht levensgedrag”.
Volgens de eigenaresse zijn deze onregelmatigheden ruim 6 jaar geleden geconstateerd en mag de burgemeester niet op basis daarvan aannemen dat zij de vergunning ook zal gebruiken voor het plegen van strafbare feiten. Omdat er inmiddels ook lange tijd is verstreken zou de conclusie dat sprake is van “ernstig gevaar” niet gerechtvaardigd zijn, voerde de eigenaresse aan. Volgens haar mocht de burgemeester bovendien het advies van het LBB niet gebruiken bij zijn besluit, omdat het advies meer dan 2 jaar oud is.
De rechtbank oordeelt dat de burgemeester bij de beoordeling van het criterium “slecht levensgedrag” volgens de toelichting op de regeling geen gedragingen mag meewegen die ouder zijn dan 5 jaar. Daarnaast heeft hij niet goed gemotiveerd waarom volgens hem ernstig gevaar bestaat dat de vergunning ook gebruikt wordt om strafbare feiten te plegen. Verder stelt de rechtbank vast dat de adviezen van het LBB niet actueel genoeg zijn om daarop een besluit te baseren. Al met al heeft de burgemeester het besluit niet voldoende zorgvuldig voorbereid en onvoldoende gemotiveerd. Daarom beslist de rechtbank dat hij een nieuw besluit moet nemen.